Toelichting structurele bestedingsvoorstellen
1. Investeringen sociale basis (doelen 1.1.1, 1.1.2, 1.1.3)
In het Coalitieakkoord is de ambitie opgenomen om de Sociale Basis te versterken vanuit de overtuiging dat door meer in te zetten op beschermende factoren en sterke basisvoorzieningen mensen zelfredzamer en samen redzamer blijven of worden en (complexe) problemen bij inwoners die leiden tot zware inzet van zorg, ongezondheid en/of middelengebruik, voorkomen of verminderd kunnen worden. Daarom zetten we in op versterking van de beschermende factoren in de sociale basis, op de plekken waar mensen wonen, leven en naar school gaan. Er is in het Coalitieakkoord een investeringsbudget sociale basis beschikbaar gesteld dat oploopt tot € 2 miljoen vanaf 2025. Voor 2024 is € 1,5 miljoen beschikbaar.
Aan de hand van de drie ambities voor de sociale basis (sociale contacten en daginvulling, vitale en gezonde inwoners en gelijke kansen op een zelfredzaam leven) hebben we in 2023 de focus voor versterking van de sociale basis bepaald. We richten ons eerst op:
- Faciliteren vrijwilligers en informele zorg
- Preventieve maatregelen en wijkgerichte inzet
- Versterken kansengelijkheid, bestaanszekerheid en meedoen/ inclusie
Voor de invulling en bekostiging is actief de verbinding gelegd tussen de sociale basis en de doelen en mogelijkheden van GALA, Onderwijskansenbeleid, het programma Samenspel voor een stevige basis, de Proeftuin Samenspel in de Wijk, de activiteiten in kader van NPO en het Sociaal Herstelplan en de Schoutenmiddelen voor preventie van armoede en versterken van schuldhulpverlening. Om zo inhoudelijke en financiële synergie tussen deze inspanningen te vergroten. Door het benutten van deze andere beschikbare middelen kunnen we de komende jaren de sociale basis met een hoger bedrag versterken en meer realiseren. In een separate informatienota worden de investeringen in de sociale basis in samenhang inzichtelijk gemaakt.
Een aantal van de maatregelen zijn pilots die slechts een (structureel) vervolg kunnen krijgen na een positieve evaluatie en mits er (structurele) middelen beschikbaar zijn. Dat kan leiden tot her-prioritering binnen het beschikbare budget.
2. Adviseur data gedreven werken (doelen 1.1.1, 1.1.2, 1.1.3, 1.2.1, 1.2.2, 1.2.3, 1.3.1, 2.1.1, 2.1.2, 2.1.3, 2.2.1)
Data gedreven werken gaat niet vanzelf leert de ervaring. Om medewerkers dit meer eigen te maken vraagt dit extra ondersteuning. Het programma datavaardigheden draait vanuit Informatievoorziening (IV). Het stimuleren van medewerkers, het meer eigen maken van de mogelijkheden, vraagt inzet welke afdelingen moeten leveren. De afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling heeft deze inzet het afgelopen jaar geleverd wat zich heeft vertaald in het zichtbaar ontwikkelen van steeds meer medewerkers binnen de afdeling die data gedreven werken, hier steeds meer bedreven in worden en de meerwaarde ervan ervaren. Om dit als een olievlek nog meer te laten verspreiden, wordt de in 2022 en 2023 incidenteel gefinancierde inzet vanaf 2024 structureel doorgezet voor € 139.439.
3. Projectassistenten Sociaal Domein (doelen 1.1.1, 1.1.2, 1.1.3, 1.2.1, 1.2.2, 1.2.3, 1.3.1, 2.1.1, 2.1.2, 2.1.3, 2.2.1)
De inzet van projectassistentes bij Maatschappelijke Ontwikkeling heeft zijn oorsprong in eerdere aanvragen twee jaar geleden. Deze projectassistentes zijn destijds incidenteel voor twee jaar toegekend maar hebben hun nut bewezen. Projectassistentes maken deel uit van de basis inrichting van onder ander de afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling en nemen werk uit handen wat wel uitgevoerd moet worden maar niet bij voorkeur door "duurdere" beleidsadviseurs die daar ook niet de kwaliteiten voor hebben. Structureel budget € 199.636.
4. Beleidsmedewerkers Jeugd (doel 1.1.3)
Het college zet in deze coalitieperiode in op een transformatie in de jeugdhulp. Dat is een beweging naar preventie en een verschuiving van zwaardere naar lichtere zorg, dichtbij de inwoner. Daartoe heeft het college een ‘Opgave Jeugd’ gedefinieerd en neemt het een reeks maatregelen, zoals het investeren in de sociale basis, meer eigen inzet bij het sociaal wijkteam, en het versterken van de samenwerking tussen jeugd en veiligheid. De raad heeft het college in 2022 opgeroepen de transformatie van de jeugdhulp te versterken. Met de informatienota ‘voortgang transformatie jeugdzorg Zwolle ‘ en het aansluitende debat in juni 2023 hebben raad en college hierover van gedachten gewisseld. In dat verband zijn ook onderzoeken door Rekenkamer en AEF met aanvullende adviezen verschenen. Aan een deel van die adviezen wordt op dit moment uitvoering gegeven. Dit onder andere door het opstellen van een nieuwe verordening jeugdhulp. in deze verordening worden nadere regels en criteria voor de toekenning van jeugdhulp voorgesteld. Ook wordt met de opdracht aan het SWT de regierol van het sociaal wijkteam nader ingevuld. De opgave Jeugd betreft een omvangrijke opgave. Er is becijferd dat er de komende jaren een minimale beleidscapaciteit benodigd is voor allerlei vraagstukken binnen deze opgave. De helft van deze beleidscapaciteit wordt nu incidenteel ingevuld. Om deze beleidscapaciteit te behouden in een krappe arbeidsmarkt is een structurele invulling noodzakelijk. Dit vergt een structurele investering van ongeveer € 248.000.
5. Relatie en scheidingsteam (doel 1.2.2)
In Zwolle werken we preventief aan het voorkomen van complexe scheidingen. Dit zodat kinderen gezond, veilig en kansrijk kunnen opgroeien. Belangrijk instrument binnen deze werkwijze is de inzet van het Relatie- en Scheidingsteam Zwolle (hierna: RSTZ) dat in september 2021 is gestart als pilot in twee stadsdelen. Deze pilot is geëvalueerd en de uitkomsten hiervan zijn positief:
- Het lukt het RSTZ om (langdurige) conflicten bij ouders te voorkomen of te doorbreken (de-escalatie) waardoor er minder belasting is bij kinderen.
- Ouders en jeugdigen ervaren een duidelijke meerwaarde in de hulp en ondersteuning van het RSTZ. Het RSTZ zorgt onder andere voor meer rust in de thuissituatie en ouders krijgen grip op de onderlinge communicatie en relatiedynamiek.
- Professionals in het RSTZ ervaren een duidelijke meerwaarde in de werkwijze vanuit het RSTZ. Door deze nieuwe manier van werken ontwikkelen ouders meer veerkracht. Problemen worden bovendien preventiever aangepakt.
- AEF beoordeeld de interventie ‘Relatie- en Scheidingsteam Zwolle’ als kansrijk voor het versnellen van de transformatie jeugdhulp.
Vanwege de positieve uitkomsten van de evaluatie wordt de pilotfase van het RSTZ dit jaar afgerond en wordt voorgesteld de inzet per 01-01-2024 structureel te maken en te verbreden naar alle Zwolse stadsdelen. Dit is ook de aanbeveling die wordt gedaan vanuit de werkplaats Sociaal Domein. Om dit mogelijk te maken wordt vanaf 2024 aanvullend € 253.565 voor capaciteit (structureel) en voor 2024 incidenteel € 254.547 voor leer- en ontwikkeltijd aangevraagd. Beiden worden door AEF benoemd als noodzakelijke voorwaarden om de transformatie Jeugdhulp te versnellen.
6. Afronden borging Doorbraakmethode (doel 1.2.1)
De doorbraakmethode is een landelijk beproefde methode om maatwerk te leveren, met name voor inwoners met multiproblematiek waar de standaard oplossingen geen uitkomst bieden. De methode zorgt dat professionals onderbouwd en binnen wetgeving maatwerk kunnen leveren met een duidelijke aanpak. Daardoor wordt maatwerk makkelijk te maken, te verdedigen en te regelen. Het stelt ons in staat om uitlegbaar ongelijke gevallen ongelijk te behandelen waar dat nodig is en rechtvaardig om zo onze schaarse tijd en middelen zo goed mogelijk in te zetten.
Vanwege de positieve ervaringen en resultaten van de in samenwerking met IPW gehouden pilot wordt voorgesteld om de methode verder te implementeren. Voor de verdere implementatie van de methode blijkt zowel in de interne organisatie (leertijd voor betrokken medewerkers) als externe projectleiding nodig. Het Instituut voor publieke waarde zal in de beginfase ook nog ondersteunen en we maken gebruik van hun app om kosten, besparingen en effecten te monitoren. Voor 2024 is incidenteel een bedrag nodig van € 139.575. Vanaf 2025 is structureel € 21.600 benodigd voor het gebruik van de app en ondersteuning van IPW.
7. Sport, bezuinigingen Sport (doel 1.1.2)
Er ligt nog een bezuinigingstaakstelling voor Sport. Voor 2022 en 2023 is een structurele aanvraag tot opheffing daarvan incidenteel gehonoreerd. Bij de Begroting 2024 resteerde aanvankelijk nog een opgave van € 186.316.
Na onderzoek zijn er twee bezuinigingsmogelijkheden afgerond. Het blijkt mogelijk om te bezuinigen op de geactualiseerde Loonsuppletie van zwembad de Vrolijkheid. De loonsuppletie loopt door tot en met pensioen van medewerkers van het voormalige Hanzebad. Er zijn nieuwe afspraken gemaakt over de loonsuppletie en er kan voor € 70.000 op bezuinigd worden. Daarnaast is het contract voor huur zaal 4&5 bij OnCampus herzien en naar beneden bijgesteld. Dit levert een bezuiniging van € 35.000 op. Daarnaast is er benchmark gedaan naar huur van de sportaccommodaties. Hieruit en uit de gesprekken met de stad, blijkt dat ophoging van de huurtarieven voor zowel de binnen als de buitenlocaties, geen optie is.
In de basisbegroting 2024 zijn de bezuiniging op loonsuppletie en huur On Campus ad € 35.000 verwerkt, waarná nog een bezuinigingsopgave resteert van € 81.316.
Naar aanleiding van vragen is nog gekeken of de bezetting van de gymzalen een bezuinigingsmogelijkheid bood. Het eerdere onderzoeksrapport Actualisatie Sportaccommodatie gaf aan dat er inefficiënt gebruik gemaakt werd van gymzalen. Echter, voor zover het primair onderwijs betreft, hebben we hier een wettelijke taak, die ook geïntensiveerd wordt van eenmaal naar tweemaal per week gymonderwijs. Vervolgens is er met de komst van de Oekraïense school en vanaf september de start van de rijke schooldag, de verwachting dat de druk op het gymzalengebruik gaat toenemen in het primair onderwijs. Voor de overige gymzalen zien we qua de bezetting evenmin mogelijkheid om hier een bezuiniging op door te voeren.
Scenario's voor de bezuiniging op sport zijn de voorgestelde maatregelen. Verdere bezuinigingsmaatregelen betekent rechtstreeks verminderen van sport- en beweegactiviteiten, hetgeen indruist tegen de ambities van het Sportakkoord en GALA.
8. Budgetverlaging Wmo vervoer onderdeel rolstoelen (doel 1.2.3)
Maatwerkvoorzieningen Wmo zijn een open einderegeling en kunnen fluctueren in de tijd.
We zien dat er het afgelopen jaar een voordeel is ontstaan op thuisondersteuning van 1.100.000. Dit is enerzijds het gevolg van de personeelstekorten bij de huishoudelijke ondersteuning waardoor er minder ondersteuning ingezet kon worden en anderzijds het gevolg van een verschuiving van de inzet van integrale thuisondersteuning naar nieuwe ondersteuningsvormen in het kader van beschermd thuis. Het komende jaar vindt besluitvorming plaats over de toekomst van huishoudelijke ondersteuning.
Daarnaast zien wij het afgelopen jaar een voordeel op Wmo-verstrekkingen ontstaan. Als gevolg van corona zijn er minder aanvragen geweest. De verwachting was dat dit in de afgelopen periode weer zou toenemen, maar dat is niet gebeurd. Hierbij wordt opgemerkt dat enkele dure aanpassingen / verstrekkingen snel van invloed kunnen zijn op het totale budget. Daarnaast merken we op dat door de oorlog in Oekraïne er vertragingen in leveringen zijn ontstaan. Tevens zien we dat de overgang van hulpmiddelen voor cliënten in een intramurale instelling vanuit de Wmo naar de WLZ leidt tot minder kostbare rolstoelverstrekkingen vanuit de Wmo. Dit leid tot een besparing van € 400.000 structureel op het onderdeel rolstoelen. Op het gebied van Wmo-vervoer is een incidenteel voordeel ontstaan van € 200.000. Om het chauffeurstekort het hoofd te bieden is in het najaar 2022 tot februari 2023 een spitsmaatregel voor Wmo reizigers ingevoerd. Hierdoor hebben minder mensen gebruik gemaakt van het Wmo vervoer. De maatregel is per maart 2023 weer ingetrokken.
9. Doelgroepenvervoer Leerlingenvervoer (doel 1.2.3)
In 2022-2023 is het onrustig geweest binnen het doelgroepenvervoer (leerlingenvervoer en Wmo vervoer). Door een chauffeurstekort heeft voor langere tijd (tot aan maart 2023) de uitvoering van het doelgroepenvervoer (DGV) onder druk gestaan. De kosten zijn in 2022 opgelopen en daarom is € 600.000 incidenteel aan de begroting 2023 toegevoegd. Hoewel het doelgroepenvervoer in rustiger vaarwater is gekomen, wordt op basis van de prognose medio 2023 verwacht dat deze kosten structureel hoger blijven.
Om deze trend te keren wordt een aantal maatregelen genomen. Met een combinatie van aangepast beleid, de inzet Go-OV app, fietsbegeleiding en maatjesvervoer streven we naar een versterking van het voorliggend veld, vermindering van de instroom naar het doelgroepenvervoer en op termijn een besparing van € 290.000 . Met deze projecten willen we al in 2023 starten. Voor implementatiekosten en extern advies wordt incidenteel € 70.000 (2023) geraamd. Voor het project maatjesvervoer wordt inclusief opstartkosten en inzet van benodigd personeel geschat dat € 90.000 structureel nodig is.
10. Exploitatie/bekostiging uitvoering wettelijke taken Tiem (doel 2.1.2)
Naar aanleiding van het rapport 'Evaluatie en de opdracht tot scenario's voor Tiem' is een nieuw financieel bekostigingsmodel uitgewerkt. Een van de conclusies van het rapport was dat opdracht en de bestaande financiële afspraken niet bij elkaar aansloten. Het tekort op het Bedrijfsvoeringsresultaat zou jaarlijks toenemen. Om dit tekort te dekken is In 2023 nog eenmalig een bedrag van € 877.295 beschikbaar gesteld. Voor 2024 is er een nieuw financieel model uitgewerkt. Dit model is doorgerekend door bureau Berenschot op basis van reële prijzen en tevens is Berenschot advies gevraagd over de invoering van dit bekostigingsmodel. Berenschot adviseert positief over het nieuwe bekostigingsmodel. Voorgesteld wordt om dit nieuwe bekostigingsmodel in te voeren en daarbij uit te gaan van de door Berenschot geadviseerde reële prijzen.
Berenschot komt in haar rapport op basis van reële prijzen uit op een kostenniveau van € 7,0 mln. voor 2024. Dit is structureel € 743.000 hoger dan het huidige uitvoeringsbudget voor Tiem in de begroting van de gemeente Zwolle.
11. Verhoging draagkrachtgrens naar 130% (doel 2.1.3)
Bij de behandeling van de begroting 2023 werd in de raad van 11 november 2022 besloten tot het in preadvies geven van het onderwerp verruiming bijzondere bijstand door ophoging van de draagkrachtgrens. We verlenen bijzondere bijstand als zich kosten voordoen die bijzonder en noodzakelijk zijn. De betrokken Zwollenaar kan zelf de kosten niet voldoen uit reserveringen, draagkracht of individuele inkomenstoeslag. Gemeenten zijn lokaal verantwoordelijk voor een effectief vangnet en maatwerk voor inwoners die in de knel komen ondanks de landelijke ondersteuning. Gemeenten vullen aan en bieden maatwerk (bijzondere bijstand en schuldhulpverlening).
De gemeente Zwolle kent specifieke lokale maatwerkvoorzieningen zoals een noodfonds en voedselbank. Om de aanvullende gemeentelijke hulpverlening en ondersteuning waar te kunnen maken stellen we een ophoging van de draagkrachtgrens bijzondere bijstand voor. Hier profiteren niet alleen de laagste inkomens van, maar ook de middeninkomens, die vanwege de crisis financieel in de knel komen. Voor de financiering kan worden geput uit programma 2 (2023: programma 4) waarin de uitgaven van de verschillende armoederegelingen worden verantwoord. Binnen programma 4 is er in 2023 sprake van een structurele onder uitputting op de budgetten van in totaal € 800.000. Uitgaande van een toename van 750 aanvragen per jaar is de verwachte stijging in de kosten circa € 800.000. Dit kan binnen de bestaande middelen uit programma 2 (2023: programma 4) worden gedekt.
12. Toezicht rechtmatigheid Wmo en Jeugd (doel 2.2.1)
Begin 2015 hebben de drie decentralisaties in het sociaal domein een plek gekregen in de gemeentelijke dienstverlening. De focus lag bij het continueren van de zorg voor de mensen die daar aanspraak op konden maken. Rechtmatigheid had een lagere prioriteit. Dat veranderde toen de eerste signalen van oneigenlijk gebruik, misbruik en fraude door gemeenten ontvangen werden. De rechtmatigheid en continuïteit van zorg kwam in het geding. Gemeenten zijn wettelijk verplicht om in te grijpen. In die zin is het dan ook geen beleidskeuze. Wel kan gekozen worden hoeveel inzet gepleegd wordt op signalen van onrechtmatigheid. Waarbij geldt hoe minder inzet hoe meer zaken op de plank blijven liggen en hoe groter het risico is voor de toch al vaak kwetsbare gebruikers van voorzieningen.
In Nederland vloeit gemiddeld genomen tussen de 3% tot 10% onrechtmatig weg vanuit de Wmo en Jeugdwet budgetten. De huidige Zwolse situatie is dat als we alle signalen van onrechtmatigheden willen onderzoeken, er te weinig toezichthoudende capaciteit is en we nog niet de helft van het aantal te verwachten signalen kunnen onderzoeken. Prioritering van een zaak met veel maatschappelijke en politieke impact is dan slechts mogelijk door lopende onderzoeken af te breken of door extern in te huren. Voor de uitvoering van de minimale variant die verantwoord wordt geacht gebaseerd op 5% onrechtmatigheid is een structurele formatie-uitbreiding nodig (€ 257.673). Niet alle zaken kunnen dan opgepakt worden en er kan mogelijk toch geprioriteerd worden als een zaak met veel maatschappelijke en politieke impact zich aandient.
13. Duurzame economische ontwikkeling (doel 5.1.1)
We streven als regio en stad naar een duurzame en inclusieve economie. Dit vraagt om een grote transitie van de economie. Uit onderzoek van de Rabobank blijkt echter dat het economisch ecosysteem van de Regio Zwolle gemiddeld laag scoort op aspecten als Kennis & Innovatie, Clustervorming en Leiderschap. Daarmee is de transitiegereedheid van onze regio laag. (Prinsjesdaglezing 2023). Dit kan op langere termijn negatieve gevolgen gaan krijgen voor onze brede welvaart. In 2024 zetten we daarom in op versterking van ons economisch ecosysteem om daarmee het transitievermogen van onze regio te vergroten. Dat is een randvoorwaarde voor de noodzakelijke versnelling van de transitie naar een duurzame en circulaire economie. We doen dit nadrukkelijk samen met de Regio Zwolle, waarbij de regio op een aantal onderdelen leidend is. Veel vraagstukken stoppen immers niet bij de gemeentegrens. Deze samenwerking met de regio krijgt o.a. vorm bij de thema’s arbeidsmarkt/Human Capital Agenda en Ondernemersdienstverlening. Vanuit de nieuwe meerjarenagenda van de Regio Zwolle wordt deze samenwerking tussen gemeente en regio nog verder ingekleurd in 2024.
We zetten in 2024 extra in op de volgende speerpunten omdat we geloven dat deze randvoorwaardelijk zijn de transitie naar de duurzame circulaire economie.
- Ruimtelijke Economische vraagstukken. Op onze bedrijventerreinen komen een groot aantal van de transities samen. Denk aan diverse verduurzamingsvraagstukken (zoals energietransitie) maar ook de schaarste op de arbeidsmarkt. In 2024 werken we een strategie uit voor hoe we ruimte kunnen creëren voor bedrijven die willen verduurzamen en/of daaraan kunnen bijdragen. Daarnaast komen we met een Plan Toekomstbestendige Bedrijventerreinen met daarin diverse acties om onze bestaande bedrijventerreinen te verduurzamen en aantrekkelijk te houden voor werknemers en bedrijven. Dit willen we graag in samenspraak en samenwerking met de ondernemers doen. Doordat onze stad groeit én we naar een duurzame en circulaire economie bewegen, ontstaat er extra vraag naar ruimte voor bedrijvigheid. Waarschijnlijk vraagt dit een herstructuringsopgave om deze ruimtevraag te accommoderen. Met de komst van Hessenpoort 3, en het lopende onderzoek naar Hessenpoort 4, ontstaan hier op korte en mogelijk op lange termijn, kansen. Daarnaast zijn we actief betrokken van de verduurzamingsambities van Port of Zwolle of kijk we in het kader van multimodaliteit of de komst van een railterminal haalbaar en wenselijk is. Ook werken we ook een nieuwe bedrijventerreinenbeleid met uitgiftestrategie.
- Kennis en innovatie. Diverse onderzoeken tonen aan dat we als regio en gemeente achterblijven op het gebied van kennis en innovatie. Met name academische kennis ontbreekt en er zijn relatief weinig start- en scale-ups in onze regio. We zetten daarom in op de samenwerking met Universiteit Twente en hun mogelijke komst naar Zwolle. Maar dit geldt ook voor kennisontwikkeling op de bestaande opleidingen, zowel bij studenten als voor werknemers. Hierop willen we extra gaan investeren.
- Onze kennis-en innovatieclusters, zoals Perron038, PSP en Digital District Zwolle zijn voornamelijk regionale initiatieven die in Zwolle hun huisvesting hebben. We zijn in gesprek met de regio om deze clusters te versterken en te ondersteunen. In 2024 blijven we de samenwerking zoeken met deze clusters en werken samen een uitbreiding zodat een groter deel van het bedrijfsleven hier gebruik van kan maken ter ondersteuning van hun verduurzamingstransitie. We zetten tevens in op starters, start-ups en scale-ups om deze transitie te versnellen. We ondersteunen kenniscentra die deze specifieke doelgroepen begeleiden. Denk hierbij aan bijvoorbeeld ZWINC.
- Clustering. Bedrijven kunnen deze transitie vaak niet alleen, dus clustering van bedrijven, waardoor we mogelijk ketens kunnen verkorten en sluiten, is daarbij ook van belang. 100% circulair in 2050 (en 50% in 2030) is daarbij de landelijke doelstelling die wij volgen. In 2024 komen we met initiatieven die hieraan gaan bijdragen. Tevens vergt dit nadere visievorming. We willen ook onderzoeken of we bedrijven naar Zwolle toe kunnen verleiden om een bijdrage kunnen leveren aan de transitie.
We hebben in het coalitieakkoord de focus gelegd op de ontwikkeling van brede welvaart in Zwolle. Economische groei sec is niet het doel. We werken in dit kader aan een overgang naar een duurzame en circulaire economie. Dit vergt een langjarige aanpak ter versterking van het Zwolse ecosysteem, met focus op kansrijke groeisectoren. Daarbij blijft onze inzet op het verhogen van onze arbeidsproductiviteit noodzakelijk. Zeker in het licht van de arbeidsmarktkrapte, die verder toeneemt als de beroepsbevolking krimpt. Ook blijft de strategische keuze voor de sectoren ICT, Health en Slimme & Creatieve Maakindustrie relevant, omdat ze belangrijk zijn voor onze stedelijke economie en kunnen bijdragen aan de transities waar we voor staan.
Op het gebied van sociaal ondernemerschap ontwikkelen we initiatieven om meer ondernemers te ondersteunen die een bijdrage te leveren aan een inclusieve samenleving. Daarnaast werken we samen met andere instanties (oa TIEM) om te komen tot meer plaatsingen van mogelijk kandidaten. Hiertoe zien we nog wel dat zowel interne als externe samenwerking verder verbeterd dient te worden.
Met deze accenten voor 2024 faciliteren we als overheid onze bedrijven om de omslag naar een circulaire economie te maken. Dit doen we in de wetenschap dat we er dan nog niet zijn. Voor 2025 en verder zal mogelijk nog verdere aanscherping nodig zijn. Als overheid hebben we hierbij natuurlijk ook zelf een rol en voorbeeldfunctie om deze beweging verder te ondersteunen en te stimuleren. We hebben in de afgelopen jaren met het programma Circulaire economie kennis en ervaring opgedaan, een stevig netwerk opgebouwd en bewustwording gecreëerd voor de noodzaak van deze circulaire transitie. Ook in de samenleving – landelijk en lokaal - merken we steeds vaker de (op) roep tot verandering. Vanuit de fase van '1000 bloemen laten bloeien' zetten we nu voor 2024 de volgende stap naar meer focus en versnelling op een viertal terreinen te weten economie (zoals hierboven geschetst), afval & grondstoffen, bedrijfsvoering (o.a. inkoop) en circulair bouwen.
Het Toekomstplan naar een circulair Zwolle zal binnenkort aan uw raad wordt aangeboden. Daarbij wordt het uitgangspunt ‘circulair tenzij’ als leidend principe wordt gehanteerd door de gehele organisatie heen. We sluiten aan bij de nationale en provinciale doelen die gesteld zijn voor de circulaire economie. We benutten 2024 ook als overgangsjaar om vanuit de eerdere programmatische aanpak zorg te dragen voor borging in de lijn.
We stellen voor structureel € 0,5 miljoen voor de transitie naar een duurzame economie beschikbaar te stellen en € 425.000,- incidenteel voor 2024 ten behoeve van circulair.
14. Toerisme (doel 5.2.1)
Toerisme wordt gefinancierd met incidenteel geld en dit budget stopt ultimo 2023. We achten dit onwenselijk gelet op het belang van toerisme en citymarketing voor de lokale economie en Zwolse ondernemers. We willen (potentiële) bezoekers blijven trekken en langer aan de stad binden. Bezoekers zorgen voor bestedingen. Die bestedingen zorgen voor het bestaansrecht van 30% van de winkelmeters, 40% van de horecameters en culturele voorzieningen. Deze voorzieningen komen ook ten goede aan de eigen inwoners. We stellen daarom structureel € 310.000,- beschikbaar voor toerisme en citymarketing. We houden daarbij vast aan de gefaseerde verhoging van toeristenbelasting. De uitwerking hiervan leggen we voorafgaande aan de raadsbehandeling van de begroting 2024 voor in een aparte notitie.
15. Cultuur (doel 5.3.1)
In het nieuwe collegeprogramma zijn structureel extra middelen beschikbaar gesteld voor cultuur om daarmee te werken aan de ambitie zoals vastgesteld in het Cultureel Perspectief 2040. Dit Cultureel Perspectief 2040 en het bijbehorende uitvoeringsplan is nog steeds leidend voor onze inzet. We hebben met de middelen uit het coalitieakkoord de bijdrage aan een aantal culturele instellingen kunnen verhogen (o.a. ANNO, Academiehuis en Fundatie). Omdat Fraterhuis later van start gaat zijn middelen deels incidenteel ingezet voor verwachte te korten in de sector door stijgende lonen en energiekosten. We verwachten dat deze kosten dusdanig zullen stijgen dat we deze incidentele middelen ook hard nodig hebben. In de PPN 2025-2028 komen we met een voorstel hoe hiermee om te gaan voor de lange termijn, aangezien we verwachten dat dit grotendeels structureel van aard zal zijn. Er zal dat een afweging gemaakt moeten worden tussen kosten en lange termijn ambitie. Ook werken we aan de verdere uitbreiding van onze ateliers. We verwachten dat we in 2024 een aantal investeringen kunnen doen zodat het aantal m2 ateliers en broedplaatsen zal stijgen. Hiertoe komen we ook met een atelierbeleidsplan.
Structureel € 795.000,- betreft de ophoging subsidie aan ANNO, Academiehuis, Fundatie, Collectie Overijssel en de opgehoogde bijdrage aan ateliers. Het incidentele budget van € 705.000,- betreft diverse eenmalige kosten waaronder verwachte te korten bij gesubsidieerde culturele instellingen, een reservering voor de internationale hanzedagen en een voorbereidingsonderzoek naar culturele hoofdstad.
16. Programma Holtenbroek (doel 6.1.2)
In 2022 is een gebiedsprogramma voor Holtenbroek opgezet waarin de reeds lopende fysieke projecten in zijn ondergebracht. De keuze voor deze programmatisch gebiedsgerichte benadering is, dat we ontwikkelingen, ambities en kansen die spelen in Holtenbroek logisch willen programmeren, combineren, aansturen en inzichtelijk maken. Denk o.a. aan de verschillende woningbouwprojecten, infrastructurele en groen/blauwe projecten die in Holtenbroek in voorbereiding zijn naar aanleiding van de verkregen subsidie WoningBouw Impuls (WBI), maar ook verschillende reguliere beheerprojecten, de warmtetransitie, maatschappelijke voorzieningen etc.
Bij de behandeling van de begroting 2023 is de aanvraag voor het programma Holtenbroek aangehouden. De middelen om de aansturing en begeleiding van de reeds opgestarte projecten middels het lopende programma Holtenbroek door te kunnen zetten, zijn in de berap 2023-I meegenomen. We willen bij deze begroting middelen voor deze langjarige opgave structureel in de begroting 2024 e.v. verwerken. Aangezien het voor programma Holtenbroek gaat om structurele lasten (we voeren dit programma langer dan vier jaar uit), zullen de lasten structureel ad € 482.000,- gedekt moeten worden zoals ook het geval is bij de gebiedsprogramma's Spoorzone en Stadshart. De lasten bestaan met name uit capaciteitsinzet (interne uren) en lasten ten behoeve van in te zetten communicatiemiddelen.
17. Investeringen mobiliteit (doel 6.3.1)
In het coalitieakkoord 'Samen voor een waarde(n)volle toekomst' is vanaf 2024 structureel € 600.000,- per jaar beschikbaar gesteld voor Mobiliteit. In de Perspectiefnota 2024-2027 zijn in relatie tot het realiseren van de gewenste Mobiliteitstransitie drie accenten benoemd waar we de komende jaren aan willen/ moeten werken:
- Ruimte maken voor de kwalitatieve groei van de stad (parkeren en hubs)
- Zorgen voor het sneller bouwen van woningen en voorzieningen
- Verkeersveiligheid
De structureel beschikbaar gestelde middelen CA ad € 600.000,-, naast reeds aanwezige structurele middelen binnen bestaande begroting én diverse meerjarig incidentele middelen (o.a. CDOKE) vormt de financiële basis voor de afweging 2024. Waarbij tevens rekening gehouden dient te worden met continuering van reeds vastgesteld c.q. in gang gezet beleid, projecten en plannen.
In het kader van programmeren en prioriteren wordt gewerkt met een dynamische mobiliteitsagenda. De eerste versie van (dit nu nog in ontwikkeling zijnde) instrument wordt gelijktijdig met de begrotingsbehandeling ter besluitvorming aangeboden. En in de komende beleidscyclus werken we de programmatische aanpak voor Mobiliteit verder uit, waarbij we dan toewerken naar een Mobiliteitsprogramma 2030 en een daaruit volgende mobiliteitsagenda voor telkens 2 jaar.
Voor 2024 werken we al vanuit dit gedachtegoed, echter zijn we nog niet klaar met de bouw van het programma en kijken we nu nog één jaar vooruit. De geprioriteerde (en noodzakelijke) inspanningen voor 2024, die binnen de totaal beschikbare financiële ruimte kunnen worden opgevangen, zijn voor nu bepaald.
18. Programmamanagement Mobiliteit (doel 6.3.1)
Er is een structurele investering nodig in uitvoeringskracht, gecombineerd met prioriterings- en programmeringskracht. Dit doen we door het toevoegen van de instrumenten Mobiliteitsprogramma inclusief uitvoeringsagenda Mobiliteit. Een programmatische aanpak met dynamische agenda gaat alleen functioneren als (veranderkundig) instrument wanneer ook de sturing/inrichting daarvan georganiseerd én geborgd wordt. Daarom is er structureel inzet nodig van een programmamanager mobiliteit inclusief ondersteuning. Zie tevens raadsnota Dynamische Mobiliteitsagenda voor inhoudelijke toelichting.
Tot eind 2023 is er incidenteel ruimte voor de inzet van programmamanagement. Daarom is er vanaf 2024 structureel inzet benodigd van 1,0 fte programmamanager mobiliteit. 0,4 fte van die inzet gaat direct over de sturing van het programma Mobiliteit; deze wordt hier aangevraagd. Daarnaast wordt 0,1 fte bekostigd vanuit NOVEX/Stedelijk Zwolle. De overige 0,5 fte van de programmamanager betreft de inzet voor het uitvoeringspakket MIRT, de dekking daarvoor worden betrokken bij de besluitvorming rondom MIRT zelf.
Momenteel is er geen ruimte voor ondersteuning en strategische communicatie. Dit doet afbreuk aan de gewenste programmasturing, de bouw van het programma en mobiliteitsagenda en daarmee de uitvoerings -en communicatiekracht van mobiliteit. Dit pleit ervoor om vanaf 2024 0,4 fte ondersteuning en 0,2 fte communicatie beschikbaar te stellen.
Totaal 1,0 fte à 135.000 euro inclusief overhead.
19. Ruimte en economie "Basis op orde" (doel 6.4.2, 6.4.3, 6.4.4, 7.1.3, 7.3.4)
De vragen op diverse beleidsthema’s zijn de afgelopen tijd toegenomen, maar de ontwikkeling van capaciteit is op onderdelen, stil blijven staan. Met deze begrotingsaanvraag willen we vraag en aanbod, op onderdelen, weer enigszins in balans brengen.
Senior (beleids-)adviseur leefomgeving
Er is geen senior beleidscapaciteit beschikbaar om milieuthema’s als geluid, luchtkwaliteit, externe veiligheid, geur, gezondheid, bodem etc. op te pakken. Er wordt hierdoor kennis en inzet op visie en strategie niveau voor beleidskaders gemist, alsook bij de (tactische) definiëring van kaders en randvoorwaarden bij de initiatief en definitiefase (0 en 1 fase). De visie en beleidskaders worden gebruikt om een vertaalslag te kunnen maken naar het meer tactisch / operationele niveau, die input leveren aan o.a. transities, gebiedsontwikkelingen en projecten. Tevens kunnen we nu onvoldoende inspelen op maatschappelijke ontwikkelingen en de vertaalslag hiervan naar en samenhang met milieuthema’s. Denk hierbij o.a. aan de het inzichtelijk maken van de impact van de energietransitie, water-bodem sturend, verstedelijking en mobiliteitstransitie op de bodem en het gebruik van de ondergrond. De beschikbare ruimte (boven- en ondergronds) staat onder druk en dit vraagt visie en strategie en goede afstemming (regie) van ontwikkelingen boven en ondergronds.
Beleidsadviseur groen - structureel
De beleidscapaciteit stedelijk groen en landschap blijkt onvoldoende om in het hier en nu en in de toekomst de groene basiskwaliteit te kunnen borgen. Een belangrijk onderdeel van de aantrekkelijkheid van Zwolle zit in het groene karakter: van stad en buitengebied. In het coalitieakkoord is opgenomen dat waar mogelijk dit groene karakter wordt vergroot. Net zoals de biodiversiteit en de natuurwaarden. Nabijheid van groen en de borging daarvan in beleid, gebiedsontwikkelingen, projecten en in samenwerking met onze partners is nodig om als gemeente kwaliteit van wonen en leven te kunnen blijven borgen voor nu en de toekomst. De belangen van groen, biodiversiteit, natuurwaarden etc. worden door gebrek aan capaciteit onvoldoende geborgd. Ook de samenwerking en het netwerken met stakeholders blijft achter. Hierdoor blijven kansen om doelstellingen en ambities is samenhang te realiseren, kennis te delen, te lobbyen en in aanmerking te komen voor (toekomstige) financieringsstromen onbenut.
Beleidsadviseur water & klimaat - incidenteel 2024
De beleidsthema’s water & klimaat vragen gelet op diverse (maatschappelijke) ontwikkelingen steeds meer aandacht en daarmee inzet van de gemeentelijke organisatie op zowel strategisch als tactisch niveau. De gevraagde inzet sluit momenteel niet meer aan bij de beschikbare capaciteit. Het gaat hierbij niet alleen om gevraagde inzet vanuit de interne organisatie, maar ook vanuit externe partijen. Denk bijvoorbeeld aan het leveren van input vanuit Gemeente Zwolle voor visie en beleid vanuit het Rijk, de Provincie en de Regio en het vertalen daarvan naar Gemeentelijke beleidskaders en randvoorwaarden, het leveren van input voor o.a. de nationale omgevingsvisie (NOVI), deltaprogramma’s, provinciaal programma landelijk gebied (PPLG), ruimtelijke puzzel, etc.. Hier valt ook onder het vertalen van water en bodemsturend naar beleidskaders en randvoorwaarden.
De gevraagde tijdelijke capaciteit helpt om komend jaar invulling te kunnen blijven geven aan hetgeen aan de Gemeente Zwolle wordt gevraagd, danwel van ons wordt verwacht vanuit maatschappelijk en water/klimaat oogpunt. De tijdelijkheid van 1 jaar sluit aan bij het overgangsjaar waarin 2024 wordt gebruik om te komen tot een heroriëntatie van de opgaven die nu vallen onder ruimtelijke adaptatie en brede klimaatadaptatie. Zie ook het additionele investeringsvoorstel klimaatadaptatie.
Voorgaande resulteert in een investering van € 291.000,- structureel vanaf 2024 en circa € 139.000,- incidenteel in 2024.
20. Investering in skatepark in Park de Wezenlanden (doel 7.1.3)
Sport en bewegen is leuk, goed voor de gezondheid en moet voor iedereen toegankelijk en mogelijk zijn. De inrichting van de omgeving moet uitnodigen tot bewegen in de openbare ruimte. Hier houden we al rekening mee bij het (her)inrichten van gebieden. We maken werk van een nieuw skatepark in Zwolle (coalitieakkoord 2022). Om deze ambitie waar te maken beginnen we met het opknappen en updaten van het huidige sportpark in de Weezenlanden. De investering van € 280.000,- dient geactiveerd te worden waardoor er een structurele post op de begroting wordt verhoogd met € 19.339,-. Met deze investering komen we tegemoet aan een lang gekoesterde wens van (beginnende) skaters en overige baan gebruikers.
21. Ganzenbeheerplan (doel 7.3.3)
Het ganzenbeheerplan is in 2022 ingezet met een diervriendelijke en lerend beheer. De eerste twee jaar is een flinke slag gemaakt met het ontwikkelen van de aanpak. De huidige aanpak is passend bij Zwolle en heeft geleid tot meer draagvlak van de ervaren overlast. De aanpak bestaat uit nestbehandeling, aanpassen van fysieke hotspot locaties, communicatie over ganzen en onze aanpak, monitoring op aantallen ganzen, nestbehandelingen en meldingen. In september 2023 vindt er opnieuw evaluatie van de aantallen ganzen, nestbehandelingen en meldingen plaats. Op basis van de evaluatie wordt de aanpak verder aangescherpt voor het komende jaar (2024). In 2024 wordt €80.000,- besteed aan de uitvoering van het ganzenbeheerplan. Daarna wordt de besteding lager, omdat de onderdelen vanuit het ganzenbeheerplan dan zijn uitgerold. Namelijk € 60.000,- in 2025. Voor de jaren 2026 en verder zijn alleen de terugkerende activiteiten zijn dan nog van belang, voor deze activiteiten is jaarlijks € 40.000,- nodig.
22. Nota Kapitaalgoederen 2023 - 2026 (doel 7.1.2)
Door middel van de Nota Kapitaalgoederen 2023 – 2026 hebben we een goed beeld van de achterstanden die zijn ontstaan en de financieringsbehoefte om te voldoen aan de gewenste ambities. Middels de begroting 2023 en de berap 2023-1 zijn reeds extra middelen beschikbaar gesteld.
Om te voldoen aan de gewenste ambities is voor de komende jaren aanvullende financiering nodig. Echter, actuele uitdagingen en ontwikkelingen binnen de beheerafdeling en de markt (zoals de arbeidsmarkt omstandigheden, leveranties) werken vertragend om tot het gewenste ambitieniveau te komen. Daarnaast is er een eerste overlap-check op de onderhoudsplannen in ‘de Nota’ in relatie tot de geplande investeringen vanuit de Strategische Investering Agenda (SIA) gedaan. Een check om dubbeltellingen te identificeren. Het resultaat van de eerste grove check heeft bevestigd dat er sprake is van dubbelingen. Uit de Nota blijkt dat het Zwolse Centrumgebied nog niet de hoge beeldkwaliteit (de zogenaamde A kwaliteit) heeft, zoals vastgelegd in de Omgevingsvisie ‘Ons Zwolle van Morgen, 2030. Het ambitieniveau is groter in het licht van de beschikbare financiële middelen. Verdere verdiepingsslagen zijn nodig om duidelijk te krijgen wat de precieze impact is op de veronderstelde extra benodigde middelen. Het komende jaar gaan we dit verder uitwerken.
Gelet op bovengenoemde ontwikkelingen willen we – binnen de realistische mogelijkheden – stapsgewijs toegroeien naar het benodigde budget. In deze fase zijn de voorstellen op te vangen binnen de bij de begroting 2023 gevormde stelpost voor extra onderhoudskosten nota kapitaalgoederen.
(bedragen x € 1 miljoen) | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 |
---|---|---|---|---|
Stelpost onderhoud nota kapitaalgoederen | 1.522.500 | 1.265.000 | 979.000 | 1.129.000 |
Af: lasten vervangingsinvestering € 1,78 miljoen (2024) | -50.000 | -50.000 | -50.000 | |
Af: verhoging jaarbudget vervangingsinvesteringen na 2024 | -100.000 | -200.000 | ||
Af: eerste aanzet extra capaciteit | -257.000 | -257.000 | -257.000 | -257.000 |
Af: gefaseerde verhoging onderhoudsbudget (bruto) | -400.000 | -800.000 | -1.200.000 | |
Correctie mogelijke dubbeling met SIA | 338.000 | 738.000 | ||
Af: incidentele storting achterstallig onderhoud | -500.000 | |||
Af: eerste stap verruiming centrumgebied naar niveau A | -160.000 | -160.000 | -160.000 | -160.000 |
Restant stelpost | 605.500 | 398.000 | -50.000 | 0 |
In 2024 wordt € 500.000,- achter de hand gehouden in afwachting van een intern onderzoek naar eventuele aanvulling van de onderhoudsreserves in de begroting. De daarna resterende bedragen vallen vrij.
Voorstellen:
In 2024 vragen we de meest urgente investeringen aan, zoals het vervangen van asfaltwegen (€ 1,78 miljoen = structureel € 50.000 aan kapitaallasten). Ook vragen we middelen aan om de beheerorganisatie te versterken en de basis op orde te brengen (structureel € 257.000). Verder vragen we aanvullende onderhoudsmiddelen aan voor het verhogen van het kwaliteitsniveau van de Oosterlaan, Westerlaan en Stationsweg voortkomend uit de omgevingsvisie (structureel € 160.000), de entree naar onze prachtige Binnenstad. Om de risico’s van het stapsgewijs beschikbaar stellen van de middelen te verkleinen wordt voorgesteld om eenmalig een bedrag van € 500.000,- te reserveren. De hiervoor genoemde bedragen zijn opgenomen in onderstaande tabel; de stelpost.
De komende jaren is de verwachting dat de vervangingsinvesteringen gaan toenemen van € 4,2 miljoen naar circa € 7,5 miljoen. Jaarlijks vragen we het benodigde budget aan. Rekening is gehouden met € 2,2 miljoen per jaar aan extra vervangingsinvesteringen vanaf 2025. Dit komt gemiddeld overeen met de extra aanvragen over de afgelopen twee jaar. Dit levert een jaarlijkse kapitaallast op van € 100.000 in 2026 en € 200.000 in 2027.
Het onderhoudsbudget voor elementenverharding (wegen) en wegmeubilair dient te worden verhoogd met € 1,6 miljoen structureel. Echter rekening houdend met de ontwikkelingen binnen de beheerafdeling, de markt en de stelpost wordt voorgesteld om stapsgewijs naar dit budget toe te groeien, € 400.000 per jaar vanaf 2025. Middels een verkenning in de overlap van SIA investeringen en die van de Nota Kapitaalgoederen is aangetoond dat er overlap is. Verdere verdiepingsslagen zijn nodig om duidelijk te krijgen wat de precieze impact is op de veronderstelde extra benodigde middelen. Fictief hebben we een bedrag opgenomen van - € 338.000 in 2026 en - € 738.000 in 2027, waarmee binnen de beschikbare ruimte vna de stelpost blijven. Komt uit het onderzoek naar voren dat we de fictief geraamde bedragen niet gaan halen, dan passen de voorstellen vanaf 2026 niet binnen de gestelde kaders en komen we met een aanvullend voorstel/heroverweging.
Uit de Nota blijkt dat het Zwolse Centrumgebied nog niet de hoge beeldkwaliteit (de zogenaamde A kwaliteit) heeft, zoals vastgelegd in de Omgevingsvisie ‘Ons Zwolle van Morgen, 2030. De extra onderhoudskosten vanwege het hogere ambitieniveau bedragen circa € 700.000,- tot € 800.000,- per jaar. In de begroting 2024 stellen we voor een eerste stap te zetten rondom het station. Bij de PPN 2025 en verder komen we met een voorstel welk ambitieniveau we kunnen realiseren binnen de beschikbare middelen.
23. Toegankelijkheid gemeentelijk vastgoed (doel 7.1.4)
In 2016 heeft de Tweede Kamer het VN-verdrag voor de rechten van personen met een handicap geratificeerd. Het doel van het VN-verdrag is een inclusieve samenleving, waaraan iedereen zo zelfstandig mogelijk kan deelnemen. Of je nu een beperking hebt of niet. De doelstelling van het VN-verdrag sluit mooi aan bij de ambitie van Zwolle om een gastvrije stad te zijn.
De gemeente Zwolle heeft zelf een uitgebreide vastgoedportefeuille, met onder andere gebouwen zoals het Stadskantoor, de Spiegel of een Wijkservicepunt. Als deze niet goed toegankelijk zijn, sluiten we een deel van onze inwoners uit om (zelfstandig) deel te nemen aan de samenleving. Daarom is het belangrijk dat deze gebouwen goed toegankelijk zijn. Hiervoor is een investering van in totaal circa €1,2 miljoen nodig verdeeld over 5 jaar. Voor de eerste twee jaar is in het voorjaarsmoment 2021 geld beschikbaar gesteld (2x €240.000,-- voor 2022 en 2023). Voor de komende drie jaar is een bedrag van €240.000,- per jaar nodig om de noodzakelijke investeringen in de gemeentelijke gebouwen te kunnen uitvoeren, waarmee we kunnen voldoen aan de wettelijke verplichtingen.
24. Versterken aanpak jeugd en veiligheid en multiproblematiek (doel 7.2.1, 7.2.3)
Versterken aanpak jeugd en veiligheid en multiproblematiek
We willen dat jongeren gezond, veilig en kansrijk opgroeien. Een onderdeel van deze belangrijke opgave is het voorkomen dat jongeren betrokken raken bij criminaliteit en dat zij een perspectief hebben. Het gaat in deze opgave om verbinden, regie voeren bij multiproblematiek, signaleren en grenzen stellen, perspectief bieden en een sluitende aanpak. Hiervoor is het noodzakelijk om de aanpak jeugd en veiligheid en de aanpak multiproblematiek te versterken. De samenhang van de begrotingsaanvragen voor de netwerkregisseur jeugd en veiligheid, jeugdboa’s en het versterken van de aanpak multiproblematiek is groot en daarom leggen we deze gecombineerd voor.
Netwerkregisseur jeugd en veiligheid (134.000,- structureel)
We willen dat jongeren gezond, veilig en kansrijk opgroeien. Een onderdeel van deze belangrijke opgave is het voorkomen dat jongeren betrokken raken bij criminaliteit. Uit onderzoek blijkt dat drugscriminaliteit (het snelle geld) een grote aantrekkingskracht heeft op minderjarige jongeren. We constateren dat jongeren in verhouding vaker verdachte zijn van een drugs- en vuurwapenmisdrijven en we zien een verjonging en verharding binnen de drugscriminaliteit. Zij hebben vaak een uiteenlopende problematiek op verschillende leefgebieden en een (zeer) kwetsbare achtergrond, al dan niet in combinatie met een licht verstandelijke beperking. In 2022 is een start gemaakt met het onderzoeken en ontwikkelen van een aanpak om deze aanwas te voorkomen. Doel van deze aanpak is dat we een wendbare netwerksamenwerking zijn op het gebied van onderwijs, zorg en veiligheid met een sluitende aanpak om te voorkomen dat jongeren betrokken raken bij (drugsgerelateerde) criminaliteit. Dit vraagt om continuering van de aanpak met een netwerkregisseur jeugd en veiligheid die de regie op dit vraagstuk pakt en samen met de partners o.a. uitvoering geeft aan het procesplan ‘voorkomen jonge aanwas’.
Jeugdboa’s (448.000,- structureel)
In 2022 is er een motie (M-5 Jeugdboa's) ingediend voor extra BOA-capaciteit voor jeugdtoezicht. Jeugdboa's leveren een bijdrage in het vroegtijdig signaleren van kwetsbare jongeren en voorkomen van jonge aanwas aan de georganiseerde criminaliteit. Een jeugdboa is inzetbaar als specialist met als doel het in contact komen en monitoren van jeugdgroepen en individuele jongeren op hangplekken, overlastplaatsen en ontmoetingspunten.
Om een constructieve bijdrage te kunnen leveren aan het versterken van de aanpak jeugd en veiligheid, is het belangrijk jeugdboa’s in te zetten. Jeugdboa’s werken wijkoverstijgend en bouwen een relatie op met jongeren(groepen). Zij hebben als doel in contact te komen met jongeren en monitoren bijvoorbeeld overlastplekken, zij zorgen voor zicht op de jongeren (preventief) en stellen, indien nodig, grenzen aan het gedrag van jongeren (repressief). Daarnaast zorgt de inzet van jeugdboa’s ook voor een betere samenwerking met interne en externe partners, zoals leerplicht, verslavingszorg, jongerenwerkers, politie, Halt , Veilig thuis enz. en kan worden geïnvesteerd in de aanpak van overlastgroepen of voorkomen van jonge aanwas aan de georganiseerde criminaliteit. Belangrijk daarbij is dat er ook aandacht is voor het bieden van perspectief. Op deze manier wordt bijgedragen aan het gezond, veilig en kansrijk opgroeien van jongeren in Zwolle. Een goede aanpak en invulling van deze taak vraagt een duurzame, structurele aanwezigheid in de wijken, in goede afstemming met ketenpartners. Om slagvaardig en effectief te kunnen zijn in alle stadsdelen is een uitbreiding van minimaal 4 jeugdboa’s noodzakelijk.
Versterken aanpak multiproblematiek (127.000 incidenteel voor 2024 en 2025)
In 2018 is de Aanpak Voorkomen Escalatie (AVE) ingevoerd in de gemeente Zwolle als methode voor het voeren van regie op multiproblematiek zoals complexe casuïstiek. De AVE is een belangrijk instrument in de aanpak van problematiek op het snijvlak van Zorg en Veiligheid. Doordat alle betrokken partners handelen volgens dezelfde methode kan heel gericht inzet worden afgewogen en is het handelen van zorg- en veiligheidspartners het meest effectief. Hierdoor ontstaat er een sluitende aanpak.
We hebben geconstateerd dat de methode nog niet voldoende geborgd is in de organisatie. Een belangrijk verbeterpunt is dat de lokale procesregie beter belegd moet worden voor een betere regie op de samenwerking binnen een casus.
We constateren ook dat het aantal casussen en de complexiteit hiervan al jaren toeneemt. Het meldpunt Maatschappelijke Zorg van de GGD krijgt elk jaar meer meldingen. We verwachten ook een toename van complexe casuïstiek door het proces voorkomen jonge aanwas. De urgentie tot het verbeteren van de aanpak van multiproblematiek door middel van lokale procesregie is daarom hoog. Onvoldoende procesregie zorgt ook voor meer druk in het Zorg- en Veiligheidshuis waardoor er niet goed op- en afgeschaald kan worden. Het Zorg- en Veiligheidshuis kan in dat geval niet de aandacht en kwaliteit bieden aan de zeer complexe casussen waarin haar betrokkenheid nodig is en in casuïstiek kunnen dan onveilige situaties ontstaan.
Vooruitlopend op de resultaten van het onderzoek is 1 lokale procesregisseur tijdelijk aangesteld om het Zorg – en Veiligheidshuis enigszins te ontlasten en de lokale procesregie inhoud te geven. We verwachten dat dit niet voldoende is.
Op dit moment wordt er aanvullend onderzoek gedaan naar wat er nog meer nodig is voor het door ontwikkelen van de AVE-methodiek. Vooruitlopend op de resultaten van het onderzoek en de aanbevelingen voor verbeteringen is het noodzakelijk de inzet aan deze lokale procesregisseur tijdelijk te continueren
25. Uitrusting BOA's (doel 7.2.3)
De Visie Toezicht Openbare Ruimte 2025 ziet toe op meer, ander en beter toegerust toezicht. De afgelopen jaren zijn er grote stappen gezet naar een toekomstbestendig toezicht met voldoende capaciteit, dat flexibel is georganiseerd, professioneel, aanspreekbaar en betrouwbaar is. Dit betekent dat de BOA’s in uniform hun werk doen, uitgerust zijn met een handhavingsapplicatie en zich met name op de fiets verplaatsen om beter zichtbaar en meer benaderbaar te zijn voor de inwoners van Zwolle. Daarnaast zijn ook maatregelen genomen zodat de BOA’s veilig hun werk kunnen doen. Zij dragen een bodycam en gebruiken een portofoon om met elkaar en met de politie en meldkamer een korte lijn te hebben. Deze basisuitrusting is een randvoorwaarde om het werk goed, veilig en efficiënt te kunnen doen en is daarmee noodzakelijk. Zonder deze uitrusting kan het werk niet veilig en efficiënt worden uitgevoerd en dat kan leiden tot veiligheidsrisico’s in het werk van de BOA.
Bij de start van de doorontwikkeling is een structureel budget van € 40.000,- ter beschikking gesteld. Dit is in de praktijk niet voldoende gebleken omdat er veel meer kleding en uitrusting nodig is. We weten nu dat een volledige uitrusting van een BOA € 12.000,- per jaar kost en houden daar in de toekomst rekening mee. Er is sprake van noodzakelijke kosten, die in de praktijk ook gemaakt worden en waarvoor niet voldoende dekking is. Om het tekort voor de bestaande BOA’s op te lossen is een bedrag nodig van € 150.000,- structureel.
26. Data steward en administratieve ondersteuning TOR doel 7.2.3)
In het kader van de doorontwikkeling van het toezicht openbare ruimte zijn data en digitale technologie belangrijk bij het nemen van beslissingen en het bepalen van de inzet. Data gedreven werken biedt kansen om beter te prioriteren en draagt bij aan slimmere besteding van de beschikbare capaciteit. We hebben een dashboard ontwikkeld om dit optimaal te kunnen gebruiken. Op dit moment gebruiken we verschillende datastromen en dat leidt tot vervuiling en op deze manier kunnen we dit niet adequaat gebruiken. Dit dient geoptimaliseerd te worden anders hebben we niets aan het dashboard. Het verbeteren en borgen van de kwaliteit van de data vergt kennis op dit gebied. We organiseren dit door inzet van een data steward.
Conform de visie toezicht openbare ruimte 2025 wordt er volop ontwikkeld. Er wordt geïnvesteerd in een toekomstbestendig team met meer, ander en beter toegerust toezicht. Het takenpakket is uitgebreid en het toegenomen toezicht brengt meer opvolging en administratie met zich mee. De tijd die de administratie in beslag neemt, kan op dit moment niet worden ingezet in de stad in de vorm van toezicht. Door een uitbreiding van de administratieve ondersteuning kan de administratieve afwikkeling adequaat en snel worden uitgevoerd en de BOA’s kunnen op deze manier meer zichtbaar aanwezig zijn in de stadsdelen en wijken- en focus blijven geven op de strategische uitgangspunten van de visie toezicht openbare ruimte. Totale investering : € 163.234,- structureel (inclusief overhead)
27. Professionalisering accounthouderschap OD (doel 7.3.4)
Bij de vorming van de Omgevingsdienst in 2018 heeft de gemeente Zwolle alle bij de afdeling Fysieke Leefomgeving in de begroting opgenomen uren op het gebied van milieuvergunning en toezicht ingebracht. Daarnaast zijn van de afdeling Leefomgeving en Mobiliteit alle uren op het gebied van geluid en bodem (milieuplanologie) naar de Omgevingsdienst overgegaan. Het accounthouderschap van de Omgevingsdienst is binnen de bestaande formatie van de afdeling Fysieke Leefomgeving ondergebracht bij het sectiehoofd Bouw, die deze werkzaamheden verricht binnen het bestaande takenpakket. De advisering en ondersteuning van de accounthouder voor de milieutaken zijn tot nu toe in de bestaande formatie van milieuplanologie opgevangen. De afgelopen jaren zien wij een aanzienlijke toename van de werkzaamheden, zowel procesmatig voor het accounthouderschap als de vakinhoudelijke ondersteuning vanuit milieuplanologie. We hebben dit zorgvuldig onderzocht en de conclusie is dat het goed invullen van het accounthouderschap en de ondersteuning op het gebied van milieu niet langer past binnen de beschikbare capaciteit. Daarnaast zijn er diverse belangrijke ontwikkelingen, zoals de nieuwe werkwijze van de Omgevingsdienst, de nieuwe gemeenschappelijke regeling, het rapport van de commissie Aartsen en de nieuwe robuustheidscriteria die meer inzet vragen. Voor beide onderdelen is versterking van de invulling noodzakelijk. Voorgesteld wordt om het accounthouderschap als volwaardige functie te organiseren, inclusief de noodzakelijke ondersteuning vanuit de vakinhoudelijke afdeling. Hiervoor is in samen 0.80 fte schaal 11 noodzakelijk à € 112.000,- (inclusief overhead).
28. Overhead Regio Zwolle (doel 9.1.4)
De regionale samenwerking is succesvol en de investeringen in de doorontwikkeling van de Regio Zwolle groeien sterk. Vanuit Zwolle verzorgen we de ondersteunende (digitale) diensten waar het bureau van de Regio mee werkt.
Tot op heden verrekende de gemeente Zwolle geen overhead voor deze geleverde diensten; dat kwam doordat deze kosten te verwaarlozen waren (in de beginsituatie 2 fte). Inmiddels is de Regio zo dusdanig gegroeid dat de kosten niet meer binnen de Bedrijfsvoeringsbudgetten is op te vangen.
Rekenend met de norm aan overhead voor eigen medewerkers van € 32.300 per fte, huisvesting (geen onderdeel van de € 32.300) en incidentele kosten (PxQ) voor inhuur (o.a. ICT-kosten (laptop, mobiel, account etc.), kan gesteld worden dat het inmiddels in totaliteit om € 587.000 aan overheadkosten gaat. De regio heeft met ingang van de nieuwe begroting 2024 gerekend met € 290.000,-. Dat betekent dat in de beginsituatie er in ieder geval een tekort is van € 297.000,- (begin 2024) en naarmate de regio groeit (wat voorzien is) kan oplopen naar € 750.000,-.
Inmiddels is in afstemming met de regio gekeken of de dienstverlening anders -of afgeslankt kan worden. Er zijn daarbij diverse scenario’s voor zowel de dienstverlening als de financiële verrekening besproken. Daar is uit uitgekomen dat de dienstverlening gecontinueerd wordt en de financiële verrekening middels een groeimodel (zie tabel) wordt ingeregeld:
Dit leidt in de jaren 2024 en 2025 tot een incidenteel tekort.
29. Paspomaat (doel 8.2.1)
De gemeente Zwolle heeft een kluissysteem voor waarde documenten (paspoorten, identiteitskaarten en rijbewijzen) in gebruik. Dit is de Paspomaat. Dit systeem biedt een veilige opslag van gepersonaliseerde documenten in onze kluis. Ook zorgt dit systeem voor de distributie van de documenten naar de balies als de aanvrager het document komt afhalen. De leverancier van de Paspomaat onderhoudt dit systeem sinds 2021 niet meer. Er zijn ook geen onderdelen meer leverbaar. Er is dus een groot risico op definitieve uitval. Daarom willen we overgaan tot aanschaf van het systeem Docudistri, het kluissysteem dat zorgt voor het veilig opslaan, beheren en geautomatiseerd uitgeven van waarde documenten. De kosten voor de aanschaf en installatie bedragen € 150.000,-. Daarbij komen nog verbouwingskosten omdat het buizensysteem aangepast moet worden. De totale verbouwingskosten schatten we in op € 50.000,-. In totaal is er een investering van € 200.000,- nodig, dit resulteert de komende jaren in een kapitaallast van € 20.000,- per jaar. Daarnaast is een onderhoudsabonnement nodig van € 10.000,- per jaar. Totaal € 30.000,- structureel.
30. Uitbreiding formatie Verkiezingen (doel 8.2.1)
De afgelopen verkiezingen van Provinciale Staten en de Waterschappen heeft ons laten zien dat we kwetsbaar zijn in dit proces. In de evaluatie van deze verkiezingen kwam naar voren dat de kennis te veel bij 1 persoon is belegd. We gaan het verkiezingsproces dan ook anders organiseren. Dit vergt een uitbreiding van de formatie die op zich beperkt is, maar waardoor we het proces aanzienlijk kunnen verbeteren en ook minder kwetsbaar maken. Het voorstel is om structureel formatie aan te vragen voor een logistieke medewerker verkiezingen voor 0,21 fte ad € 23.087,- en voor een projectleider verkiezingen voor 0,12 fte ad € 16.963,-. De totale aanvraag is € 40.050,- structureel.
Risico’s die we willen wegnemen betreffen onder meer:
- We willen voorkomen dat bij ziekte of vertrek van een medewerker ook direct de continuïteit van verkiezingen in gevaar komt. Bij voorgaande verkiezingen waren kwetsbare processen te vaak maar bij 1 persoon bekend. Dit ging tot nu toe goed, maar het is een risico die we als gemeente niet mogen lopen.
- Door gericht de meest kwetsbare stukken van het werk over extra capaciteit te verdelen, willen we de werkdruk rond verkiezingen behapbaar houden. Dit verkleint het risico op onder meer uitval van collega’s en het maken van fouten.
Afgelopen jaren was er onvoldoende capaciteit binnen de projectorganisatie om met inwoners te kijken naar wat minder kan of juist meer moet om het stemmen makkelijker te maken. We missen daardoor mogelijk kansen voor zowel het vergroten van toegankelijkheid van het stemmen als het structureel verlagen van kosten. Dat dit laatste belangrijk is, beschrijven we ook in de begroting 2024.
31. Ophogen krediet wagenpark (doel 9.1.1)
Zwolle zet in op slimme en schone stadslogistiek. Er wordt toegewerkt aan een zero-emissie stadslogistiek met ingang van 2025. Een deel van het gemeentelijke wagenpark is verouderd (>10 jaar) en voldoet niet aan de eisen die de gemeente in 2025 stelt aan stadslogistiek. In 2024 worden 8 auto’s vervangen door auto’s met elektrische of HVO aangestuurde motoren. De totale aanschafwaarde bedraagt € 484.000,-. Dit type auto heeft een beduidend hogere aanschafwaarde dan de huidige auto’s. In de periode na 2024 zullen alle auto's op deze manier worden vervangen. De afdeling Services werkt de komende periode gebruiken om een meerjarenplan Wagenpark uit. Dit zodat duidelijk is wat de stijging van de exploitatielasten wordt vanaf 2026. Daarbij wordt zeker ook gekeken naar verduurzaming van de auto's en de gevolgen van de autovrije binnenstad.
32. Hogere energielasten (doel 9.1.4 en 7.1.2)
In 2022 en 2023 zijn de direct ten laste van de gemeente komende hogere energiekosten vanwege de geopolitieke- en economische ontwikkelingen incidenteel gefinancierd in afwachting stabilisering van de energietarieven. Hoewel de tarieven nog niet stabiel zijn liggen ze wel beduidend lager dan in 2022, maar de verwachting is dat de energietarieven wel structureel op een hoger niveau blijven en niet meer op het niveau van 2021 uit zullen komen. Voor de directe energiekosten in de begroting, zoals openbare verlichting, verkeersregelinstallaties en huisvesting gemeentelijke organisatie verhogen we het energiebudget met structureel € 0,5 miljoen.
33. HR recruiter (doel 9.1.1)
We merken dat de eigen recruitmentcapaciteit een belangrijke voorwaarde is om goede mensen aan te kunnen trekken om de ambities en opgaven van de stad uit te kunnen voeren. Ons succes in het vinden van de juiste mensen op de arbeidsmarkt, is cruciaal voor alle andere ambities in de begroting. Het aantal vacatures dat we jaarlijks plaatsen is gegroeid van 160 naar ruim 250 per jaar. De arbeidsmarkt is complexer, sneller, vraagt meer aandacht en expertise en een pro-actievere benadering als werkgever. Sinds mei 2022 is de gemeente Zwolle gestart met eigen recruitmentcapaciteit, aanvankelijk incidenteel gedekt. Het voorstel is om dit nu structureel in de begroting te dekken. Het betreft 1.89 fte plus een zakelijk LinkedIn-abonnement. Totaal € 301.375,- structureel.
34. Structurele uitbreiding loonsom TOP (doel 9.1.4)
De afgelopen jaren is de capaciteit van de management-assistenten (TOP) niet meegegroeid met de groei van de organisatie. In 2023 is hier incidenteel budget beschikbaar voor gesteld. In 2024/25 is een verdere structurele groei van de organisatie zichtbaar. Met de huidige capaciteit/loonsom is het niet mogelijk om deze groei en extra vraag naar ondersteuning op te vangen, waardoor de onwenselijke situatie ontstaat dat op diverse lagen van de organisatie medewerkers eenvoudige secretariële werkzaamheden uit moeten voeren. Er is in 2024 1 fte (structureel) management assistent ad € 94.183,- nodig en vanaf 2025 is het noodzakelijk dat de incidentele formatie van 2,67 fte omgezet wordt naar structurele formatie. Deze 2,67 fte kan grotendeels (2,4 fte) opgevangen worden binnen het beschikbare overhead-budget, waardoor uiteindelijk een extra groei van 0,27 fte overblijft. Dit maakt een gezamenlijke structurele kostenpost van € 119.613,- vanaf 2025 (€ 94.183,- in 2024).
35. Datagedreven werken (doel 9.1.3)
Twee jaar geleden is Datagedreven werken één van onze speerpunten geworden in onze gemeentestrategie en is het programma ‘Datagedreven Werken’ gestart. Het programma Datagedreven werken is de afgelopen twee jaren is succesvol geweest, waardoor er bewustwording van de waarde van data ontstaan is en de vraag naar realisatiekracht voor data analyses fors is toegenomen.
Voor 2 fte Data-analisten is voor 2023 tijdelijk budget toegekend, dat binnen de Afdeling Informatievoorziening nu ingezet wordt om tijdelijk 2 mensen in te huren. Het aantal is een minimum dat nodig is voor het Data Expertise Team, welke op zichzelf een randvoorwaarde is voor de uitvoering van de nieuwe DGW-strategie. Met de inzet van deze 2 fte creëren we een multiplier effect: deze experts bij IV leveren de noodzakelijke support aan decentrale datateams (in de business) om hun werk te kunnen doen. Daarom wordt voor de begroting voorgesteld om de 2 fte Datagedreven werken ad € 266.160,- vanaf 2024 structureel toe te kennen. De aanvraag voor deze twee data-analisten moet in samenhang gezien worden met de aanvragen voor Datasteward TOR (doel 7.2.3) en de Adviseur Datagedreven Werken in het Sociaal Domein (doel 1.1.1/2.41). Ook de twee data-analisten die voor het domein Dienstverlening & Bedrijfsvoering worden aangevraagd vanuit de afdeling HR moeten in deze context beschouwd worden. De aangevraagde analisten voor IV fungeren als randvoorwaardelijke experts om de genoemde rollen in de business te activeren.
Voor de techniek die nodig is om deze veranderingen mogelijk te maken, waaronder het dataplatform, ontstaat de noodzaak voor een Productowner (0,5 fte € 69.675,-). Dit maakt een totale investering van € 335.835,- structureel.
36. Informatiebeheer (doel 9.1.3)
Vanuit het rapport "zicht op de toekomst" van de archiefinspecteur wordt duidelijk dat in de maximale uitvoering 6 fte informatiebeheer nodig is. De Raad heeft hier ook kennis van genomen en het is duidelijk dat we als organisatie een grote verbeterslag hebben te maken op dit gebied. Vanuit de financiële schaarste van middelen wordt nu een eerste stap gezet gericht op het ondervangen van de grootste risico’s. De aanvraag voor de begroting 2024 is teruggebracht tot het absolute minimum van structureel 2 fte informatiebeheer ad € 253.664,- structureel.
We verdelen onze capaciteit over, én prioriteren op, 3 sporen: Papieren archief, oud digitaal archief en nieuwe digitale informatie. Tegelijkertijd weten we dat we nog niet aan de Archiefwet voldoen; ook niet op afzienbare termijn. Daarom wordt er komend jaar een vervolgaanvraag geschetst en zal er een brede impactanalyse voor de informatiefunctie van de toekomst worden gemaakt. In de PPN voor 2025 zal hier verder over geïnformeerd worden en de analyse zal naar alle waarschijnlijkheid leiden tot grote(re) vervolginvesteringen in de jaren die komen.
37. Cloud migratie Corsa (doel 9.1.3)
In de voorjaarsnota 2023 is er een budget aangevraagd voor de migratie van Corsa naar de cloud. Vanaf 2024 betekent dit een verhoging van de leverancierskosten in vergelijking tot de huidige kosten voor de verouderde versie van Corsa. Daar staan ook vrijvallende lasten tegenover die voor een belangrijk deel van impact zijn op de SSC ONS-aanrekening. Per saldo is dit een structurele kostenstijging van € 60.000,-
38. Ambtelijk opdrachtgever (doel 9.1.4)
Een van de rollen die versterking behoeft om de complexe opgaven in de stad te realiseren is die van de Ambtelijk Opdrachtgever (AO). Het werken "in de driehoek" met een bestuurlijke opdrachtgever, ambtelijk opdrachtgever en -nemer is succesvol gebleken. Gezien de toename van het aantal projecten is het noodzakelijk om de rol van ambtelijk opdrachtgever te versterken met een structurele uitbreiding van 1,0 FTE AO (ca. € 173.000,- per jaar).
39. Uitbreiding formatie afdeling juridische zaken (doel 9.1.4)
Bij het bereiken van onze coalitiedoelen voor de stad en bij het werken aan onze opgaves maken we vaak gebruik van ‘inkoop’/inkoopkennis. Om onze huidige inzet op dit gebied op peil te houden zullen we structureel 1 fte in moeten zetten (dit is geen uitbreiding maar omzetting van contract van tijdelijk naar vast).
Door toename van complexe vraagstukken binnen de samenleving en de groei van de stad neemt het aantal (complexe) bezwaarschriften toe. toe en voorzien we de komende een verdere stijging. Om aan onze wettelijke taak te voldoen is een uitbreiding van 1,7 fte noodzakelijk.
Menselijke maat; Zwolle heeft net als andere gemeenten te maken met een groeiend aantal ‘contact-intensieve’ burgers, die op veel verschillende afdelingen hulpvragen/wensen/uitingen/klachten neerleggen. Om deze mensen van dienst te kunnen zijn hebben we voor 2024 en 2025 1 fte nodig.
Binnen het Sociaal Domein zien we een toename in juridisch ingewikkelde zaken. Denk daarbij aan zaken in de subsidiesfeer en contracten maar ook individuele kwesties binnen bijvoorbeeld het SWT. Deze ingewikkelde zaken zijn in veel gevallen te voorkomen cq te verminderen als er vanaf het begin en "aan de voorkant" een jurist/juridisch adviseur van JZ betrokken wordt. Naast problematische kwesties en meer gewenste juridische advies/expertise is er aan ""die voorkant" sowieso meer vraag naar juridische ondersteuning binnen het SD vanwege de doorontwikkeling van het domein en de decentralisaties.
Kleine vraagstukken binnen het en ook vragen rond delegatie en mandaat ed, worden nu nog afgevangen door een beleidsadviseur binnen het SD die tevens jurist is. Deze adviseur gaat echter in juni 2024 met pensioen. Daarmee verdwijnt dan ook de, nu al minimale, juridische expertise binnen het SD. Er is onvoldoende juridische expertise beschikbaar voor het SD als deze juridische kennis niet op orde wordt gebracht. Daarmee zal er vaker "buiten de deur" en dure expertise moeten worden binnengehaald. Tevens wordt er in dat geval geen juridische kennis over SD bij JZ opgebouwd. Ten behoeve van het SD wordt dan ook 1 fte adviseur gevraagd om deze uitdagingen het hoofd te kunnen bieden.
Het aantal klachten zien we elk jaar groeien. De samenleving wordt complexer en de druk op de gemeente om dienstverlening en ondersteuning te bieden neemt toe. Inwoners lijken een meer kritische houding ten aanzien van de gemeente en haar prestaties te hebben, de ontevredenheid neemt toe. Dit resulteert in 50% meer klachten. We denken dit op te kunnen vangen met 0.5 fte klachten coördinator.
40. Data-analist Bedrijfsvoering (doel 9.1.4)
In vrijwel alle uithoeken van het gemeentelijk werkveld is het besef doorgedrongen dat data en digitale technologie een significante rol spelen in het behalen van onze bestuurlijke en organisatorische ambities. De perspectiefnota biedt hier ruim aandacht aan. Door de enorme hoeveelheden informatie en gegevens die onder onze verantwoordelijkheid vallen zijn onze digitale voorzieningen cruciaal geworden.
Naast de beherende en ondersteunende rol richting de business, adopteren de afdelingen bedrijfsvoering zelf ook het datagedreven werken. Zoals in de recent vastgestelde strategie datagedreven werken beschreven is Bedrijfsvoering het domein waar we in de komende periode extra aandacht aan willen geven, vanuit het idee dat verbeteringen in de bedrijfsvoeringsfuncties de hele organisatie ten goede komt. Daarom wordt er voor bedrijfsvoering structureel 2 fte Data-analisten, in totaal € 278.689,- aangevraagd.
41. Uitbreiding formatie afdeling Financiën (doel 9.1.4)
De druk op de lijnafdelingen is de laatste jaren al fors toegenomen en met de groei van de stad neemt deze alleen maar verder toe. Met deze ontwikkeling is en wordt er steeds meer een beroep gedaan op de afdeling Financiën en in het bijzonder op de financieel adviseurs. De werkvoorraad is fors toegenomen en daarmee ook de werkdruk voor de adviseurs. Met alle risico’s van dien. We zien een forse toename qua werk in:
- Begeleiding en verantwoording van SISA regelingen, provinciale-, Rijk’s- en Europese subsidies.
- Grote projecten als Spoorzone, Binnenstad, Holtenbroek, Voorsterpoort, Klimaat, Energie etc.
- Doorontwikkeling en versterking van financial control maar ook een bijdrage in de inrichting van gebiedsgerichte- en project control.
- Datagedreven werken.
- Groei van de organisatie en groot verloop van medewerkers in de organisatie wat weer een extra beslag legt op de kennis en begeleiding van budgethouders / doeleigenaren.
Om de organisatie van kwalitatieve financiële (project)advisering te blijven voorzien is uitbreiding van 1 fte structureel noodzakelijk: € 152.417,- (schaal 12, inclusief overhead).
42. Toekomstbesteding Fysiek Domein (doel 9.1.4)
De ontwikkel en beheeropgaven van de stad nemen fors toe. Zowel qua complexiteit als in omvang. Dit is onder andere te zien aan de toename in de investeringen in onze stad. Maar ook zien we steeds meer onderlinge samenhang van vraagstukken. Bijvoorbeeld die van woningbouw en mobiliteitstransitie. Of die van energie en armoede. De toename van complexiteit en omvang van de opgaven vraagt om meer sturing op uitvoeringskracht om de opgaven van de stad te kunnen realiseren. Daarnaast nemen de risico's toe: ontwikkelingen volgen elkaar in snel tempo op en het goed inschatten en beheersen van risico's vraag meer aandacht. Tenslotte groeit de organisatie sterk en ook dat vraagt om extra sturing.
Deze vraag om meer en sterkere sturing in de organisatie om de opgaven in de stad te realiseren zal komende jaren aan de orde zijn. We kiezen nu voor een eerste investeringsimpuls vanuit de wetenschap dat dit nog niet voldoende zal zijn. De structurele investering betreft 8,4 FTE in het Fysieke Domein zijnde € 1,23 mln. extra loonkosten per jaar.