Beleidsparagraaf investeringen
In deze beleidsparagraaf geven we u inzicht in alle gemeentelijke investeringen, behalve de investeringen in grondexploitaties.
In de paragraaf gaan we nader in op de volgende categorieën van investeringen:
1. Strategische investeringsagenda
2. Voorgenomen investeringen waarover nog besluitvorming moet plaatsvinden
3. Vervangingsinvesteringen 2024
4. Vastgestelde investeringen waarover al besluitvorming heeft plaatsgevonden.
1. Strategische investeringsagenda
1.1 Algemeen
Bij de Perspectiefnota 2022-2025 heeft de Raad besloten tot het instellen van een Strategische Investeringsagenda (SIA) met de daarbij behorende uitgangspunten en voorwaarden. Bij de begroting 2022 is besloten daar de voorwaarde aan toe te voegen dat een investering minimaal € 5 miljoen moet bedragen. Dat betekent dat investeringen die gefinancierd worden uit de SIA moeten voldoen aan de volgende voorwaarden:
- Het moet gaan om fysieke investeringen;
- Met een minimale omvang van € 5 miljoen;
- De investering moet in de omgevingsvisie (huidig of toekomstig) zijn benoemd of te linken zijn aan de gewenste voorzieningen die in de omgevingsvisie staan;
- Bij voorkeur moet sprake zijn van cofinanciering. (niet strikt noodzakelijk)
Concreet betekent dit dat de Raad heeft ingestemd dat de volgende investeringen uit de SIA bekostigd kunnen worden:
- Grootschalige gebiedsontwikkelingen in verband met wonen en werken> € 5 miljoen (bruto) Spoorzone, Binnenstad, Zwartewaterzone, Oosterenk, Weezenlanden-Noord, Ijsselhallocatie, Eventvoorziening Voorsterpoort. Grondexploitaties vallen er buiten tenzij sprake is van een onrendabele top bij nieuwe grondexploitaties.
- (Nieuwe) investeringen in mobiliteit en bereikbaarheid > € 5 miljoen (bruto): zoals transformatie binnenring-buitenring, mobiliteitshubs, hoofdinfrastructuur wegen, station Zwolle-Zuid, spoorterminal Hessenpoort, overdekte fietsenstallingen.
- NB. Programmakosten vallen buiten de reikwijdte en worden afgewogen binnen de reguliere begrotingscyclus.
- Iconische- of bijzondere projecten die een groot gebiedsversterkend karakter hebben, zoals nieuw museum of universiteit.
- Investeringen in duurzaamheid (klimaat, energie en circulair) zijn integraal onderdeel van de kosten van een project of gebiedsontwikkeling en worden daarmee bekostigd vanuit de SIA als het project of de gebiedsontwikkeling onder de voorwaarden van de SIA vallen. De afweging tot welk kwaliteitsniveau de duurzaamheidsinvesteringen in de projecten en gebiedsontwikkelingen wordt meegenomen is een bestuurlijke afweging bij de behandeling van het desbetreffende raadsvoorstel en staat daarmee los van de instrument SIA.
1.2 Investeringsvraag/benodigde investeringsruimte
In het voorjaar van 2023 heeft een actualisatie van de SIA plaatsgevonden. De uitkomsten daarvan zijn opgenomen in de 'Notitie Actualisering Strategische Investeringsagenda d.d. 23 mei 2023’ met bijbehorende informatienota en is betrokken bij de behandeling van de Perspectiefnota 2024-2027. In de zomermaanden van 2023 heeft op enkele onderdelen nog een verdere actualisering plaatsgevonden. Samenvattend ziet het totaalbeeld van de investeringen die een beroep op de SIA er per september 2023 als volgt:
Totaaloverzicht SIA
(bedragen x € 1 miljoen) | Investering | Bijdrage derden | t.l.v | |||
A. Investeringen met raadskrediet/reserveringsbesluit | 149 | -89 | 60 | |||
B. Aanvraag cofinanciering, nog geen kredietaanvraag | 128 | -84 | 44 | |||
C. Nog te dekken investeringen | 249 | -28 | 221 | |||
Totaal | 526 | -201 | 325 |
---|
Toelichting:
A. Dit betreft investeringen waar al een krediet voor is verstrekt en al gedekt zijn via de SIA, te weten: deel Spoorzone, deel Stadshart en Zwartewaterallee. Totaal investeringsbedrag € 149 miljoen, waarvan dekking uit SIA € 60 miljoen.
B. Dit betreft investeringen waarvoor cofinanciering van het Rijk komt of is aangevraagd, maar nog geen
kredietaanvraag is ingediend. In de SIA is hiervoor dekking aanwezig. Dit betreft de verstedelijking en stationsomgeving
Spoorzone, mobiliteitssysteem stedelijk netwerk en woningbouwimpuls Oosterenk. Totaal investeringsbedrag € 128 miljoen, waarvan dekking uit SIA € 44 miljoen.
C. Hiertoe vallen alle overige nog te dekken investeringen, die mogelijk de komende jaren een beroep op de SIA gelden gaan doen. Daarbij zij opgemerkt dat nog niet alle ambities zijn te vertalen naar een investeringsbedrag. Totaal investeringsbedrag € 249 miljoen. Waarvan verwacht beroep op de SIA € 221 miljoen.
De totale investeringsvraag onder C heeft betrekking op de komende 10 jaar, als we inzoomen op de nog te dekken investeringen tot en met 2027 dan is de indicatieve investeringsvraag € 97 miljoen.
Indicatief investeringsoverzicht t/m 2027 nog te dekken investeringen in detail.
(bedragen x € 1 miljoen) | Bedrag | Totaal | ||
Stadshart: | 66,8 | |||
| 4,0 | |||
| 1,8 | |||
| 3,0 | |||
| 5,0 | |||
| 4,0 | |||
| 7,5 | |||
| 20,0 | |||
| 2,5 | |||
| 15,0 | |||
| 4,0 | |||
Zwartewaterallee | 1,4 | |||
| 1,4 | |||
Zwartewaterzone | 8,9 | |||
| 1,2 | |||
| 2,0 | |||
| 4,0 | |||
| 1,0 | |||
| 0,7 | |||
Nieuwe Veemarkt | 11,0 | |||
| 2,0 | |||
| 8,0 | |||
| 1,0 | |||
Mobiliteit | 8,8 | |||
| 1,7 | |||
| 4,1 | |||
| 3,0 | |||
Totale investeringsvraag t/m 2027 via SIA | 97,0 |
---|
Hiervan heeft € 43 miljoen betrekking op toekomstige investeringen in mobiliteitshubs rondom de binnenstad, € 31 miljoen voor vervolginvesteringen in het Stadshart, € 9 miljoen gebiedsontwikkeling Zwartewaterzone en € 9 miljoen voor mobiliteitsprojecten.
De financiering van de mobiliteitshubs zoeken we in eerste instantie binnen de mogelijkheden van de parkeerexploitatie, daarmee zal het beroep op de SIA verkleind worden. Daarnaast lijkt er hier en daar sprake van planningsoptimisme en zal nog een slag gemaakt worden om te komen tot realistische tijdsplanningen. Maar ook of alles wel tegelijkertijd kan en waar liggen de prioriteiten. Tevens zijn er wellicht nog mogelijkheden tot cofinanciering door andere partijen.
Samengevat constateren we dat tot en met 2027 een minimale investeringsruimte van € 50 miljoen nodig is, waarbij we een grofmazige verdeling in de investeringsvraag zien van: € 20 miljoen voor afdekken ontoelaatbare exploitatietekorten bij het realiseren van de hub-strategie, € 15 miljoen voor investeringen in gebiedsontwikkelingen en € 15 miljoen voor mobiliteit en handgeld om snel in te kunnen spelen op co-financieringskansen.
Bij de Perspectiefnota 2025-2028 hebben we naar verwachting meer inzicht in de investeringen en exploitatieresultaten van de te ontwikkelen mobiliteitshubs, verwachten we meer inzicht te hebben in een realistische planning van de investeringen en komen we met een voorstel over de prioritering in en tussen de gebiedsontwikkelingen.
1.3 Beschikbare investeringsruimte SIA
De investeringsruimte van de SIA wordt bepaald door de ruimte in het Investeringsfonds SIA en door de structurele budgetruimte in de begroting om te zetten naar verwachte investeringsruimte. Na verrekening van gedane toezeggingen in verband met cofinanciering door het rijk resteert een vrij besteedbare investeringsruimte van € 19 miljoen. Op dit moment vinden we - gelet om de eerder genoemde overwegingen - een minimale investeringsruimte van € 50 miljoen noodzaak om toekomstige gebieds- en mobiliteitsvraagstukken te kunnen financieren. Dit betekent dat bij deze begroting een voorstel voorligt om de investeringsruimte met € 31 miljoen aan te vullen.
Investeringsruimte
(bedragen x € 1 miljoen) | Bedrag | ||||
Investeringsruimte | 69 | ||||
Af: Reservering schadevergoeding Wezenlanden-Noord | -5,5 | ||||
Af: Cofinanciering BO/MIRT/Verstedelijking/WBI Oosterenk | -44,5 | ||||
Resterende investeringsruimte SIA | 19 | ||||
---|---|---|---|---|---|
Minimaal benodigd niveau SIA t/m 2027 | 50 | ||||
Benodigde aanvulling investeringsruimte SIA | -31 | ||||
Dekking: | |||||
Verhogen afdracht MPV naar 75% vanaf 2024 | 13 | ||||
Bijdrage uit incidentele bestedingsruimte in 2024 | 18 |
2. Voorgenomen investeringen waarover nog besluitvorming moet plaatsvinden
Naast de investeringen vanwege strategische nieuwe ontwikkelingen in de stad zijn er ook investeringen nodig om de bestaande stad in stand te houden en onderhouden. Onder punt 3 gaan we in op de jaarlijkse vervangingsinvesteringen. Onder de voorgenomen investeringen geven wij inzicht in de investeringen waarvoor in de begroting 2024 en verder structurele ruimte is opgenomen, maar waarover nog een afzonderlijk investeringsbesluit door de Raad moet plaatsvinden.
Voor de volgende investeringen is budgetruimte in de begroting 2024 en/of meerjarenraming opgenomen:
- Integraal Huisvestingplan (IHP) onderwijshuisvesting: bij de behandeling van het eerste IHP bij de begroting 2018 zijn structurele middelen gereserveerd in de begroting. Op 29 juni 2020 is het (bijgestelde) Integraal Huisvestingsplan voor onderwijsvoorzieningen door de raad vastgesteld, waarbij is besloten dat op een later moment besluitvorming zal plaatsvinden over de investeringen met bijbehorende dekking van de rente en afschrijvingslasten. Tot en met 2025/2026 is structureel budgetruimte in de begroting beschikbaar om € 25 tot € 30 miljoen aan investeringen te kunnen financieren. De totale toekomstige investeringsvraag is fors hoger en loopt op termijn op naar € 250 miljoen zoals in het IHP is weergegeven. In de loop van deze collegeperiode zullen voorbereidingen moeten worden getroffen om de financiering na 2026 te waarborgen.
- Fietsenstalling Binnenstad: bij de begroting 2021 is structurele ruimte gereserveerd voor de beheerskosten van een tweede fietsenstalling in de Binnenstad. In de jaarschijf 2025 is hiervoor een stelpost van € 250.000 opgenomen.
- In het coalitieakkoord 2022-2026 zijn gelden gereserveerd voor afdekking van eventuele onrendabele toppen bij de ontwikkelingen van warmtenetten, oplopend tot € 7,5 miljoen.
3. Vervangingsinvesteringen 2024
Vervangingsinvesteringen zijn investeringen die gedaan worden om de effecten van (economische) veroudering zoals bijvoorbeeld slijtage op te vangen. Vervangingsinvesteringen kunnen financieel worden opgevangen via daarvoor ingestelde onderhoudsreserves of via nieuw aangevraagde investeringskredieten die ten laste gaan van beschikbare vervangingsbudgetten.
In deze begroting wordt u om instemming gevraagd voor netto € 8,25 miljoen aan vervangingsinvesteringen. Dit bedrag is als volgt te specificeren:
Onderwerp | Netto investeringsbedrag in 2024 | Voorgestelde dekking |
---|---|---|
Beheer openbare ruimte | 6.376.000 | uit jaarlijks vervangingsbudget |
Toplagen twee kunstgrasvelden | 667.000 | uit jaarlijks vervangingsbudget |
Parkeren | 81.000 | uit reserve en gemeentelijke tarieven |
Klimaatadaptie riolering | 800.000 | uit reserve en gemeentelijke tarieven |
Begraafplaatsen | 81.000 | Uit reserve en gemeentelijke tarieven |
Meerjarig Programma ICT | 250.000 | uit jaarlijks vervangingsbudget |
8.255.000 |
Alle vervangingsinvesteringen vindt u hier.
4. Vastgestelde investeringen waarover al besluitvorming heeft plaatsgevonden
Vastgestelde investeringen zijn alle investeringen waarover uw Raad reeds een besluit heeft genomen. De beschikbaar gestelde bedragen voor de investeringen kunnen de komende jaren worden ingezet ter financiering van projecten. Het overzicht van alle begrote activa en kapitaallasten 2024 vindt u hier. Het overzicht van alle vastgestelde investeringen vindt u hier.
In bijgevoegde tabel is per doel opgenomen het oorspronkelijk krediet, het deel dat tot en met 2022 is gerealiseerd, het daarmee resterend krediet en de raming van de verwachte uitgaven over de jaren vanaf 2023. De omvang van de kredieten zijn de resterende kredieten per 31 december 2022, zoals verantwoord in de Jaarstukken 2022,aangevuld met de besluiten uit 2023.
In de jaarrekening 2022 bedroegen de restantkredieten exclusief bouwgronden in exploitatie € 159 miljoen. In 2023 is het krediet met € 86 miljoen toegenomen tot € 245 miljoen. De toename is vooral het gevolg van enkele grote investeringsbesluiten, zoals het Stadshart, mobiliteitshub Weezenlanden-Noord en opvang vluchtelingen Oekraïne.