Financiën algemeen Hoewel we een structureel sluitende begroting/meerjarenraming aanbieden zien we dat de toekomstige financiële ruimte onvoldoende is om al onze ambities en het verder op orde brengen van de bedrijfsvoering te kunnen realiseren. Via een programmadoorlichting gaan we onderzoeken of er mogelijke budgetruimte in de bestaande begroting is te creëren. Gemeentefondsuitkeringen De meeste inkomsten krijgen we uit het gemeentefonds. Dit geld ontvangen we van het rijk. Hoeveel we ontvangen bepaalt voor een belangrijk deel onze financiële ruimte. Alle gemeenten ontvangen op drie momenten in het jaar informatie over de gemeentefondsuitkeringen: in mei op basis van de Voorjaarsnota, in september op basis van de Miljoenennota en in december, als afronding van het lopende jaar, op basis van de Najaarsnota. Uit het gemeentefonds ontvangen we verschillende uitkeringen: - Algemene uitkering: Dit is de uitkering die elke gemeente ontvangt. Dit geld komt in de algemene middelen van de gemeente.
- Integratie-uitkeringen: Een gemeente ontvangt een integratie-uitkering als het een taak erbij krijgt die niet gedekt is in de algemene uitkering. Meestal gaat de integratie-uitkering geleidelijk over naar de algemene uitkering. De termijn waarop dit gebeurt, staat van tevoren vast.
- Decentralisatie-uitkeringen: Deze uitkeringen lijken op integratie-uitkeringen, maar van tevoren is er géén termijn vastgesteld. Het kan gaan om specifieke uitkeringen. Of budget dat slechts tijdelijk beschikbaar is, of budget dat voor slechts enkele gemeenten is.
We mogen zelf bepalen waaraan we de algemene uitkering en integratie-uitkeringen uitgeven. Dat geldt niet in alle gevallen voor de decentralisatie-uitkeringen. Die bestaan soms uit diverse andere uitkeringen die gekoppeld zijn aan prestatieafspraken. Zwolle ontvangt een aantal decentralisatie-uitkeringen. Sommige decentralisatie-uitkeringen ontvangen we omdat we centrumgemeente zijn. De inkomsten uit het gemeentefonds zijn in 2024 geraamd op € 402 miljoen. In het Regeerakkoord heeft het kabinet aangegeven tot en met 2025 de bestaande normeringssystematiek voor de berekening van het gemeentefonds toe te passen. Maar vanaf 2026 heeft het kabinet het accres vastgezet op een fors lager bedrag in afwachting van de invoering van een nieuwe financieringssystematiek. In de Voorjaarsnota van 2023 heeft het kabinet aangegeven met ingang van 2027 over te willen stappen op een nieuwe financieringssystematiek, waarbij de ontwikkeling van de algemene uitkering uit het gemeentefonds wordt gekoppeld aan de ontwikkeling van het bruto binnenlands product (BBP). De exacte uitwerking van de nieuwe financieringssystematiek is nog niet bekend. In de eerste helft van 2023 is besloten de besparingen als gevolg van de landelijke hervormingsagenda jeugd voor de jaren 2024 en 2025 door te schuiven naar 2026. In de meerjarenraming zijn de besparingen uit de landelijke hervormingsagenda met enige behoedzaamheid verwerkt in afwachting van de realiseerbaarheid van de landelijke hervormingsmaatregelen in de jeugdzorg. De verwerking sluit aan bij het uitgangspunt van ons coalitieakkoord. De ontwikkeling van het gemeentefonds is één van de grootste risico’s binnen onze begroting. Voor de korte termijn is dit ingeperkt doordat de volumeaccres tot en met 2025 is bevroren en we daarmee niet afhankelijk zijn van de ontwikkeling van de rijksbegroting. Voor de lange termijn is er door bovengenoemde ontwikkelingen (nieuwe financieringssystematiek en hervormingsagenda jeugd) veel onzekerheid voor het structureel meerjaren perspectief. (Inmiddels is op basis van de septembercirculaire 2023 van het gemeentefonds meer zicht gekomen op de uitwerking van nieuwe financieringssystematiek vanaf 2027. ZIe afzonderlijke beslisnota over de uitkomsten van de septembercirculaire.) Gemeentelijke belastingen Van inwoners, toeristen en ondernemers ontvangen we OZB, baatbelasting, toeristenbelasting en precariobelasting. Dit geld gaat naar de algemene dekkingsmiddelen. De totaalopbrengst is ongeveer € 56 miljoen. Daarvan komt 98% uit de OZB. In programma 6 staat een toelichting op de parkeerbelastingen. Tarievenbeleid Het tarievenbeleid staat in de paragraaf lokale heffingen en de tarievennota 2024. In 2024 stijgt het OZB-tarief voor woningen en niet-woningen met 6,1%. De stijging is gebaseerd op de verwachte inflatieontwikkeling in 2024, inclusief een naberekening van de inflatie over 2022 en 2023. De naberekening geeft aan dat de inflatie in die jaren 4,35% hoger uitkomt dan in het tarief voor die jaren is verwerkt. Bij de Perspectiefnota 2024-2027 is besloten in 2024 2,2% van de nacalculatie te verrekenen en in 2025 2,15%. In het coalitieakkoord is opgenomen een hogere bijdrage van bezoekers en gebruikers van de (binnen)stad te vragen. In de begroting 2024 ligt een voorstel voor om de toeristenbelasting in de komende jaren gefaseerd te verhogen. Woonlastenontwikkeling De OZB en rioolbelasting stijgen in 2024 met de inflatieaanpassing van 6,1%. De tarieven voor de afvalstoffenheffing stijgen gemiddeld voor vast- en variabeldeel met 2,7%. De totale gemiddelde woonlastenstijging is € 40 en komt hiermee in 2024 op € 855. Innen en kwijtschelden van lokale belastingen GBLT zorgt voor het innen en kwijtschelden van onze OZB, afvalstoffenheffing en rioolbelasting. Basis is en blijft de huidige goede dienstverlening aan de belastingplichtigen en opdrachtgevers. GBLT geeft prioriteit aan kwaliteit die nodig is om het burgers en bedrijven makkelijker te maken de belasting te begrijpen en te betalen. De servicebeloften zullen in 2024 verder worden uitgebouwd. De huidige deelnemers zijn akkoord met het omzetten van de DVO met de gemeente Ommen in volledige toetreding tot GBLT. In 2022 is een start gemaakt met (proef)waarderen m.b.v. AI-modellen (kunstmatige intelligentie). Hieruit is naar voren gekomen dat de AI-waarden een goede controle vormen voor de door de taxateurs zelf bepaalde (model)waarden. Een volgende stap is dat deze AI-modellen in 2024, naast de reguliere (model)waarde een volwaardige 2e modelwaarde vormt en daarmee de WOZ-waardering volledig ondersteunt. Vanaf 2020 is er geëxperimenteerd met verschillende pilots om tot een effectieve wijze van sociaal incasseren te komen. De kosteloze herinnering wordt ook in 2024 voortgezet en wordt daarmee geborgd in de reguliere incassostrategie/invorderprocessen van GBLT. Door de reeds aanwezige ervaring met sociaal incasseren bij de nieuwe deurwaarderspartij kan het sociaal incasseren worden geïntegreerd in de werkwijze van GBLT. Daarnaast is er binnen het werkproces van GBLT ruimte om de groep belastingplichtigen die het moeilijk heeft de helpende hand te bieden. Winstuitkeringen We ontvangen winstuitkeringen (dividenden) omdat we aandelen hebben van de Bank van Nederlandse gemeenten, Enexis, Rova en Wadinko. De verwachte opbrengst is € 1,2 miljoen. Voor Vitens is de winstuitkering de komende jaren op nul gesteld, omdat zij de komende jaren grote investeringen moeten doen. De toelichting staat in de paragraaf verbonden partijen. Renteresultaat en financieringsfunctie In de paragraaf financiering zijn onze financieringsfunctie, geldleningen en rentekosten toegelicht. Het renteresultaat is € 0,1 miljoen nadelig. Het renteresultaat is het saldo van te betalen en te ontvangen rente en interne rentetoerekening aan de diverse investeringen. In 2024 is de omslagrente over investeringen 0,4% en voor grondexploitaties 1,15%. Als onderdeel van de financieringsfunctie ramen we ook rentebaten van verstrekte geldleningen op dit programma. Het gaat dan onder andere om geld dat woningbouwcorporaties van ons geleend hebben. Deze leningen bouwen we komende jaren verder af. Vennootschapsbelasting Volgens de Wet modernisering vpb-plicht overheidsondernemingen zijn we verplicht om vennootschapsbelasting te betalen over onze ondernemingsactiviteiten. Voor Zwolle gaat het om de grondexploitatie en het slagboom parkeren. De grondverkoop verloopt positief. In de begroting hebben we de vennootschapsbelasting geraamd op € 0,17 miljoen. In de risicoparagraaf nemen we het risico op een eventuele hogere verschuldigde vennootschapsbelasting mee. Post onvoorzien In het Besluit Begroting en Verantwoording staat dat iedere gemeente een post onvoorzien in haar begroting moet opnemen. De post onvoorzien (incidenteel) ramen wij op € 0,5 miljoen. Dit bedrag is onderdeel van ons weerstandsvermogen. De toelichting staat in de paragraaf weerstandsvermogen en risico's. Concern brede stelposten We hebben concern brede stelposten begroot. Het gaat om budget dat gedurende het begrotingsjaar op basis van onderbouwde voorstellen ingezet kan worden voor de uitvoering van de begrotingsprogramma’s. - Voor het op orde brengen van de onderhoudsreserves houden we € 0,5 miljoen achter de hand in afwachting van nadere analyse noodzaak aanvulling onderhoudsreserves.
- Voor volumegroei in de Wmo- en jeugduitgaven houden we in 2025 en verder rekening met een jaarlijkse toename van € 1,3 miljoen. Bij het opstellen van de eerstvolgende begroting beoordelen we of het budget wordt toegedeeld aan de Wmo- en/of jeugdbudgetten. De jaarschijf 2024 naar verwachting niet nodig voor volumeontwikkelingen, wel houden € 0,5 miljoen achter de hand voor mogelijke nadelige prijseffecten in verband met cao-ontwikkelingen in de jeugdzorg.
- ·Op de concernstelpost hebben we diverse uitkeringen uit het gemeentefonds geparkeerd. Het gaat om bijvoorbeeld € 22.000 vaststelling procedure verkiezingsuitslag, € 47.000 toezicht en handhaving gastouderschap, € 21.000 landelijke structuur interventieteams, € 64.000 Wet kwaliteitsborging bouw, € 68.000 Wet goed verhuurderschap, € 222.000 inburgering, € 85.000 Wet open overheid. Daarnaast is een lastenverlaging geraamd vanwege een onttrekking aan het gemeentefonds van € 103.000 vanwege de maatregelen inzake valpreventie bij ouderen. Voor extra beheeruitgaven in verband inbreidingslocaties is een post van € 75.000 geraamd.
- We hebben € 75.000 gereserveerd om beheer- en onderhoudslasten bij inbreidingslocaties te kunnen bekostigen.
Reserve verrekeningen De algemene verrekeningen met de concernreserves ramen we via het programma algemene dekkingsmiddelen. Specifieke stortingen of onttrekkingen aan reserves voor programma-uitgaven ramen we direct op het betreffende programma. In 2024 is een onttrekking uit de reserve incidentele bestedingen geraamd van € 100.000. Dit bedrag gebruiken we voor informatiebeveiliging en innovatieve ICT-voorzieningen. De raad heeft hierover op 29 juni 2020 besloten. In 2024 is de incidentele vrijval uit het structurele budget voor de Strategische Investeringsagenda (SIA) van € 1.335.000 toegevoegd aan het Investeringsfonds voor de strategische investeringen. Strategische Investeringsagenda In het coalitieakkoord is opgenomen om gefaseerd de structurele budgetruimte voor de Strategische Investeringsagenda met € 2 miljoen te verhogen. Voor 2024 is hiermee een structureel budget van € 1,8 miljoen beschikbaar. Via investeringsbesluiten is hierop inmiddels een beslag gelegd van € 465.000 in 2024. restant van € 1.335.000 voegen we toe aan het Investeringsfonds voor strategische investeringen. In de beleidsparagraaf investeringen is een uitgebreide toelichting over de Strategische Investeringsagenda opgenomen. |