Paragrafen

Weerstandsvermogen en risico's

Open eind risico's

Participatiewet inkomensdeel (BUIG)
Gemeenten ontvangen voor de bijstand een specifieke uitkering van het Rijk (BUIG). Voor 2024 is het tekort op dit budget geraamd op € 4,5 mln. (8,6% van het rijksbudget). Boven een tekort van 7,5% worden gemeenten voor 50% gecompenseerd door het Rijk. Boven een tekort van 12,5% is de compensatie 100%. Voor 2024 is een compensatie geraamd van € 0,2 mln. Voor de risicomatrix wordt uitgegaan van het verschil tussen het tekort 2024 wat al structureel verwerkt in de begroting en het maximale financiële risico. Over het jaar 2022 was sprake van een tekort van uiteindelijk €6,8 mln (14,8%). Gezien deze uitkomst en de in 2022 ingezette stijging van het aantal cliënten is het financiële risico van een toename van de bijstandsuitgaven tot het maximale niveau in de risicomatrix gewogen op hoog.

Armoedebeleid
Het armoedebeleid bestaat uit diverse open einde regelingen waaronder vergoedingen voor beschermingsbewind, kinderparticipatie regelingen, regelingen voor chronisch zieken en diverse inkomenstoeslagen. De budgetten voor het minimabeleid zijn op niveau. De weging van het risico in de risicomatrix is laag.

Leerlingenvervoer
Door een toename van het aantal te vervoeren leerlingen lopen de kosten van het leerlingenvervoer op. In 2022 is het budget met € 0,3 mln. overschreden. De verwachting is dat het budget ook in 2024 niet toereikend is. Oplopende brandstofkosten en het personeelsgebrek bij de vervoerder een financieel risico. De weging van het risico in de risicomatrix hoog.

Wmo verstrekkingen
Wmo dagbesteding en thuisondersteuning zijn openeinde regelingen. Risico’s als afwenteling vanuit de Wet Langdurige Zorg, toename zorgbehoefte, druk vanuit wachtlijsten, wijzigingen in landelijke beleid waaronder invoering abonnementstarief, komen hierin tot uitdrukking. De uitgaven voor Wmo verstrekkingen en Wmo dagbesteding zijn al enige tijd stabiel en blijven binnen budget. Voor thuisondersteuning lijkt dit ook het geval te worden. In de risicomatrix is hiervoor de weging laag.

Eigen bijdrage WMO
De eigen bijdrage voor de Wmo wordt geïnd door het CAK. Inkomsten en raming zijn in evenwicht. Het risico op de eigen bijdragen is laag.

Jeugdzorg
De activiteiten die de gemeente uitvoert in het kader van de Jeugdwet kenmerken zich door het open einde karakter. Afgelopen jaren zijn de uitgaven voor jeugdzorg harder gestegen dan de trendmatige stijging van de begroting. Deze ontwikkeling heeft de afgelopen jaren tot een overschrijding van het budget geleid. Dit is overigens het landelijke beeld. Het Rijk heeft m.i.v. 2021 additionele middelen beschikbaar gesteld voor jeugdzorg maar tegelijkertijd een landelijke hervormingsagenda opgesteld die moet leiden tot besparingen op de uitgaven voor jeugdzorg bij gemeenten. Ook vanuit CAO ontwikkelingen en de mate waarin deze door het Rijk worden gecompenseerd is sprake van risico's. Er is dus nog veel onzekerheid over het financieel effect voor gemeenten van deze landelijke interventies. Tot en met 2025 worden door het Rijk voorgenoemde besparingen niet doorgevoerd, maar vanaf 2026 lijkt het landelijk budget met €1 mrd. te dalen. Het is de vraag in hoeverre de in de hervormingsagenda voorgenomen maatregelen bijdragen aan de realisatie van deze besparing. De weging van de in de risicomatrix is hoog.

Arbeidsparticipatie    
Op 1 januari 2019 zijn alle op arbeid gerichte participatie- en re-integratieactiviteiten overgegaan naar Tiem. Deze middelen worden ingezet voor begeleiding en de inzet van (loonkosten)subsidies voor met name de bijstandsgerechtigden die al langer tijd in de bijstand zitten. Daarnaast wordt al enige jaren extra middelen ingezet voor de begeleiding van statushouders. De rijksbekostiging van de werkplekken beschut werk nieuw is onvoldoende. Hier kan nog een financieel knelpunt ontstaan. De weging in de risicomatrix voor arbeidsparticipatie is laag.

Sociale werkvoorziening
Gemeenten ontvangen van het Rijk een specifieke uitkering voor de Wet sociale werkvoorziening (Wsw). De toegang tot de Wsw is per 1 januari 2015 afgesloten en het rijksbudget wordt in 40 jaar afgebouwd. Door het teruglopend aantal Wsw-medewerkers en omdat het steeds moeilijker wordt om het vergrijzende bestand van Wsw-medewerkers te detacheren lopen de opbrengsten uit Wsw-activiteiten terug en daarmee de dekking van de vaste kosten zoals gebouw en overhead. Hierdoor is het exploitatieresultaat van Tiem toenemend negatief en nemen de kosten voor de gemeente op de uitvoering van de Wsw steeds meer toe. Inmiddels wordt gewerkt aan een nieuw bekostigingsmodel waarbij de opgaven voor Tiem en de financiering meer structureel in evenwicht worden gebracht. Tot dat moment wordt het totale risico uitvoering Wsw gewogen op hoog.

Kwijtschelding
De risico’s zijn zeer beperkt en hebben vooral betrekking op de afvalstoffenheffing. Deze risico’s zijn afgedekt via de reserve afvalstoffenheffing. Bij OZB en rioolheffing is de kwijtschelding qua omvang bijna te verwaarlozen. Het beperkte risico is in de risicomatrix op pm gesteld. Vanaf 2023 is de verwachting dat het aantal toewijziigen zal toenemen door verruiming vermogensnorm en inkomensnorm WAO-ers. De stijging lijkt tot nu toe binnen de begroting te blijven.

Deze pagina is gebouwd op 11/15/2023 15:10:31 met de export van 11/15/2023 14:55:25